donderdag 14 augustus 2014

13 augustus 2014.  Even een boodschap doen.

Ja, vanmiddag wil ik een eindje fietsen, een eindje maar, want het kozijn van de schuurdeur staat in de grondverf en die wil ik verder afmaken. Dus ga ik maar een eindje fietsen. En tegelijk een boodschap doen.
Laat ik het een met het ander combineren. Lekker van het mooie weer genieten, bewegen, is goed voor mijn nog niet helemaal genezen rugspieren, en die boodschap. Ik had niet gedacht, dat de boodschap van de vorige keer om herhaling vroeg.

Tegen twee uur in de middag ga ik op pad. Eerst rijd ik op de automatische piloot en ga bijna richting dorp, juist op tijd word ik wakker en ga links naar de Seringweg en de Jasmijnweg om tussen de hekjes door naar de Drieerweg en de Ericalaan te komen. Dan naar links de Oude Arnhemse Karweg op.

 Dat is niet mijn favoriete weg. Eerst is het een prachtig pad met betonplaten. Meestal ga ik er al gauw weer rechts vanaf om door het tunneltje onder de Putterweg door over de hei naar Nulde te rijden.
Verandering van spijs doet eten. Dus ga ik eens tegen mijn vooroordelen in en rijd door. Op de grens met de gemeente Putten stopt het betonpad en gaat het verder als zandweg. Als Ermelo een mooi fietspad heeft aangelegd, heeft Putten geen vervolg gemaakt. En omgekeerd komt het even vaak voor. mooie Puttense fietspaden hebben vaak een lelijk vervolg in Ermelo.
Ik heb ingecalculeerd, dat het de laatste dagen vaak genoeg heeft geregend, zodat de zandweg wel hard zal zijn en dat het vaak genoeg droog is geweest om niet blubberig te zijn. Beide vooronderstellingen kloppen. Je kunt er prima fietsen. Een persoon met een crossbrommer en een enorme helm op laat me schrikken. Hij rijdt staande op de pedalen over de zandweg en trekt een stevig spoor door het zand. Schijnt leuk te zijn. Deze knetterfiets is snel voorbij.

Mij valt dan op hoe stil het is in het bos. Wel bewegen de bomen en suist de wind, maar er is geen enkel vogelgeluid meer.Die beestjes zijn in de rui en laten zich uit veiligheidsoverwegingen niet horen.
Langs de boerderij en de oude schaapskooi kom ik op de Laak. Hier ga ik rechtsaf. Het is hier ook stil. De huizen langs de Laak lijken altijd onbewoond, als ik er langs kom. Zodra ik bedenk, dat hier geen mensen zijn en ik er nog niemand ben tegengekomen, komt er prompt een stel aanfietsen.  De man rijdt op het zandpad en de vrouw op het fietspad.
Wat zal ik doen? Elkaar passeren op het fietspad gaat niet. Dan ook maar op de zandweg gaan. Maar meteen gaat de vrouw naast de man rijden op de zandweg en kan ik gewoon rechtdoor gaan. Wat een service. Ik groet vriendelijk en bedank ze.
Een eind verder is de tennisbaan van Putten. Het fietspad en de zandweg stoppen hier en de weg verandert in grof grind. Niet bepaald fietsvriendelijk. Gelukkig is het maar een klein eindje.
Zo kom ik bij de Putterweg. Hier wil ik bij de Chinees oversteken. De weg wordt echter versperd door een zogenaamde auto-ambulance. Even geleden heb ik wel een sirene gehoord. Maar dan weet je nog niet waar er iets onprettigs ik voorgevallen. Ik kan niet recht oversteken. De auto verspert de oversteek naar het fietspad aan de overkant. Dus eerst maar eens kijken wat hier loos is. Er staat een auto in het gras met deuken aan de voorkant. Een eind verder staat ook een auto in het gras, aan de andere kant van de weg, met kreukels in de achterkant. Er staan dames bij. Blijkbaar hebben ze iets niet goed gedaan: wassen en watergolven, maar dan in metaal en blik van twee auto's.
Ik rijd om de auto-ambulance heen en kom zo toch op het fietspad. Naar links en bij de stoplichten ga ik gewoontegetrouw naar rechts om langs het Bosbad Putten te gaan. Maar wacht even! Vandaag geen gewoontegetrouw gedoe. Meteen draai ik bij om weer verder te gaan langs de verkeersweg richting Nijkerk. Helaas staan de stoplichten op groen en rijdt een auto mij tegemoet. Snel doorfietsen, anders moet hij stoppen. Eigenlijk had ik voor het verkeerslicht moeten stoppen als ik recht was overgestoken. Zo zie je maar weer. Als je onverwacht van richting verandert, gebeuren er ook voor andere weggebruikers onverwachte dingen.

Ik ga weer verder richting Nijkerk. Bij de eerste rotonde volg ik het fietspad, dat van de weg afdraait, langs de overloopbakken. Dat heet de Husselse Steeg. Waar zou die naam vandaag komen, vraag ik me af. Husselen is in deze streek iets door elkaar schudden, onordelijk maken. Maakt deze steeg de buurt tot een rommeltje? Ik weet het niet. ( Later verneem ik van een lezeres, dat de steeg genoemd is naar de boerderij die er staat: Groot Hussel, vandaar. Blijft de vraag waar Hussel over gaat.) Wel weet ik dat het een prettig geasfalteerd pad is. Eerst gaat het tussen weilanden en akkers door. Later komen er af en toe huizen langs de weg. Pas als de huizen om een rijtje naast elkaar komen te staan, wordt de zandweg met fietspad een klinkerstraat.  
Die komt uit bij, weer een schaapskooi, op de Stationsstraat. Hier even goed uitkijken, voor je de weg oprijdt. Het is er druk en de auto's rijden hard. Toch ben je meteen op de rotonde. Hier ga ik rechtdoor. Een eind verder over het spoor bij het station. Maandag ben ik hier ook al langs geweest. Toen kon ik de boodschap ook hebben gedaan. Alleen wist ik toen nog niet dat er animo voor meer was. Ik rijdt verder. Stratenmakers zijn er bezig gaten en kuilen ik de klinkerweg te egaliseren. Dat was maandag ook zo. De werkzaamheden schuiven langzaam een eind op. Steeds verplaatsen ze de afzetting. Het verkeer kan er om de beurt omheen rijden. Voor fietsers is het een beetje gevaarlijk. Tegemoet komend verkeer wacht niet op de fietsers. Er is dan weinig ruimte.
Ondertussen nader ik de Vanenburger Allee. Als ik gewoontegetrouw had gereden, dan was ik over die weg gegaan en dan schuin overgestoken. Nu ga ik linksaf. Er staan een bestelauto en een fietser midden op de Kuiterweg, die ik in wil. Niet zo'n heel slimme plek voor een gezellige babbel.

Nu maar hopen, dat mijn boodschap gaat lukken. Want voor hetzelfde rijd ik hier voor noppes.Bijna aan het eind van de Kuiterweg staat een tafel met een bordje dat er voor vijftig cent een komkommer te koop is.
 Op die tafel lagen de vorige keer een heleboel hele grote dikke kromme komkommers. Daar ga ik er weer een van halen. Dat is de boodschap en dan snel het rondje fietsen en de volgende klus.
Ik nader de plek van de komkommerverkoop. Er staat een bestelauto. Er stapt een nogal gezette man uit.
Als ik er ook ben, rommelt hij wat in het gelddoosje en neemt dan een arm vol komkommers mee. Ik vraag met een lachend gezicht: " Laat u er voor mij ook nog een paar liggen?". Er liggen nog zeven. Ze voelen stevig aan en zien er goed uit, ondanks de rare vorm. Waarom zou ik geen twee meenemen, vraag ik me af. Het past best in de fietstassen. En het blijft goedkoop. Dus twee ingeladen en voor twee betaald. De boodschap is gedaan. Nu het rondje nog.
Aan het eind van de Kuiterstraat ga ik rechts. Dat is een fietsweg met een zwarte hobbel in het midden.
 Het sluipverkeer van Putten naar de A28 rijdt er gewoon langs. Als fietser voel je je er trouwens wel veilig en de baas. Het is jouw weg en zij worden er gedoogd. Tenminste zo ervaar ik het.
Mijn rondje wordt al iets groter. Als ik doorrijd, kom ik bij strand Nulde. Daar naar links en dan het fietspad op naar de dijk langs het randmeer. Eerst ga je dan even langs de snelweg, maar al snel buigt de weg naar rechts en vergeet je de snelweg. Dan zijn er links de weilanden met eerst paarden en later waterpartijen en vogels. Die zijn er vandaag niet. Links is er eerst een lagune voor de watervogels, vooral eenden en ganzen. Ook meerkoeten en aalscholvers zijn er vaak. Vandaag is het er tamelijk vogelloos. Naast de lagune is een dijkje met veel begroeiing en daarachter is de vaargeul. Aan de overkant zie je het strand in de polder. Met de hoge luchten en de wijdheid van deze wateren geeft het een gevoel van ruimte en vrijheid.

Ik rijd over de dijk met de wind tegen en de zon van opzij. Het rijdt prima.
Het plan is nu om bij het Nijkerkernauw de Flevopolder in te rijden en dan rechts langs het randmeer naar Zeewolde. Daar kan ik met de pont het water over en ben dan voor mijn verfactiviteit op tijd weer thuis.
Over de brug over het Nijkerkernauw en dan naar rechts naar beneden. Eind links en even verderop de weg oversteken en het fietspad volgen. Als je bent overgestoken is remmen even noodzakelijk. Je moet meteen een bocht maken. Ga je te snel, dan beland je in het riet en het water. Dat is een klein gevaar.
Ik rijd verder. De wind in de rug en de zon ook. Dan komt het volgende keuzemoment. De route gaat op een gegeven moment van de dijk weg de bossen van de polder in. Dat kronkelt dan een poos om dichtbij Zeewolde weer op de dijk te komen. Maar heel vroeger trapte ik ook wel eens over de dijk door. Dat kan alleen als het gras was gemaaid. Op het moment dat ik voor die keuze sta, zie ik dat de dijk een graspad vertoont. Twee duidelijke sporen, die vaak worden bereden. Waarschijnlijk door auto's of tractoren naar de breedte te oordelen. Dat is mooi. Ik ga er een eind over en constateer, dat het heel goed fietst. Het is ondanks het gras een behoorlijk effen wegdek. Links zie je de bossen van de polder en open vlaktes. Links is bos, dat het randmeer onzichtbaar maakt. Ik trap lekker door. De temperatuur is prima, de wind achter merk ik niets van.
Zo kom ik vanzelf weer op het fietspad dat bij Zeewolde uit het bos komt opduiken naar de dijk.
Nu zal er snel een eind komen aan mijn rondje. Want ik zie de aanlegplaats van de veerpont al.
Er staat een bord met een rode pijl en uitleg. De aanlegplaats is in deze vakantieperiode verplaatst naar de haven en de vaartijden zijn ook anders. De laatste boot gaat om half vijf.  Het is nu vier uur. Ik zie de boot varen, richting Strand Horst. Wat nu.
Eerst de pijl maar volgen. Ik kom zo midden in Zeewolde aan de waterzijde. Dan het haventerrein op gefietst. Daar is de aanlegplaats. Als ik daar ben, realiseer ik me dat ik bijna een half uur moet wachten, dan een kwartier of langer op de boot en dan nog naar Ermelo karren.
Dat ga ik mooi niet doen. Met de wind in de rug over de dijk ben ik vast net zo snel thuis als met die boot en het wachten.
Ik keer om en ga terug naar het fietspad op de dijk. Lekker doortrappen. De snelheid is dertig kilometer per uur. Aan de waterkant zwemmen meerkoeten met hun witte bles op de snavel. Op de palen van de visnetten zitten aalscholvers met langgerekte nekken verwaand over dat vogelvolkje onder hen heen te kijken.In de verte aan de overkant is Harderwijk te zien.
Ik word ingehaald door een man op een soortgelijke fiets als de mijne, alleen iets dunnere banden. Dat is leuk. Ik versnel en kan hem makkelijk bijhouden. De dijk heeft een bocht gemaakt, zodat we de wind recht in de rug hebben. Het gaat nu 37 km/u. Wat een vaart. En geen helm op. Dat gaat zo door tot de rotonde bij de Knardijk. Ik weet niet of de man in de gaten heeft, dat ik hem bijhoudt. Maakt ook niet uit. Het is een leuk spelletje. Aan het eind bij de rotonde gaat hij naar links. Ik stop en zet de helm op. Dat lijkt me voor de rest van de rit iets veiliger. Ik vervolg de Knardijk. Het kan best zijn, dat die weg niet meer zo heet. Eerst is het nog een dijk. Dan volgt de brug over de sluis in het randmeer. Daarna daalt de weg af om onder het aquaduct door te gaan. Het is een vierbaansweg met een parallelweg voor het langzaam verkeer. Tot slot moet je even klimmen om weer op de dijk te komen.
Vanaf hier volg ik de bordjes voor fietsers richting Ermelo. Als het knooppunt en de LF bordje me naar rechts willen sturen, ga ik links en meteen rechts om langs de geluidswal van de weg te blijven. Hier even klimmen om over het spoor te komen. Dan aan het eind rechts, pasop het verkeer en weer links. Dat is doorgaand verkeer voor fietsers. Als de hoofdweg naar rechts buigt, ga ik rechtdoor, verboden in te rijden behalve voor fietsers. Aan het eind langs de paardenwei bereik je dan de Deventerweg. Hier naar links en dan over de hoge fietsbrug. Een ding met twee keer een klim en dan ook twee keer een afdaling.
Opnieuw wijk ik van mijn gewoonte af en ga rechtdoor om pas bij de Koesteeg over te steken. Het is erg druk op de Leuvenumse Weg zoals het hier heet. Snel glip ik tussen twee auto's door. Door de haast van het oversteken glipt ook mijn voet van het pedaal, Oei, gauw herstellen en als ik al lang het bos weer in ben, komt het verkeer pas voorbij. Niks aan de hand dus. Dan het fietspad volgen en bij de eerste zijweg richting huis. Het rondje met een boodschap is uitgegroeid tot een tocht van bijna 48 km. Maar voor de verfklus is nog precies genoeg tijd. Zo klopt alles weer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten