dinsdag 21 april 2015

21 april 2015 Tochtje Eefde - Doetinchem en terug.

Het was van tevoren niet bekend, maar achteraf heb ik 94 km afgelegd. Een tocht via knooppunten naar de noordgrens van Doetinchem, bij Kruisberg en dan terug.
Ik reed van de camping bij Eefde naar Almen, Vorden, Hengelo, Hummelo, Doetinchem en dan naar Zelhem , Varssel, dichtbij Barchem, weer naar Almen en langs het Twentekanaal naar de caravan.

De knooppunten: 41,42,45,44,81,86,89,93,94,92,96,97,53,31,27,21,34,33,37,03,02,01,72,67,64,65,59,60,53,52,
51,50,82,46, maar waar op de kruising met de  Lage Lochemseweg de route naar rechts gaat, ben ik rechtdoor gereden naar Almen, dat is 45 en dan 42 en 41 en de kring is weer rond.

De tocht kenmerkt zich daar veel verschillend kleinschalig boerenland met bossen en struweel. Het is af en toe glooiend. Een heerlijke rit me mooi voorjaarsweer.

maandag 13 april 2015

8 april 2015 Sittard - Epen
via Berg aan de Maas, Elsloo, Vaeshartelt,Rothem,Bemelen,Gulpen.

knooppunten: vanaf het station naar 29,27,41,43,45, in Elsloo naar beneden en langs de dijk, naar 16,15,14,13,09,07,06,5,67,68,69,85,86,90, richting 92, aan het eind van de Bommerigerweg links naar Epen. 92 is naar links.
Einde weg rechts omhoog en bij B&B hotel In 't'groene dal ben ik op de plaats van bestemming.


Woensdagmorgen. Het  weerbericht is net weer veranderd. De kans is groot, dat vandaag de zon pas heel laat tevoorschijn komt. Maar mijn reis is afgesproken en de volgende dagen is het mooi weer. Dus ga ik naar het station om de reis weer aan te vangen, zoals ik dat al veel vaker heb gedaan. Eerst naar Utrecht, dan naar Sittard en dan begint de tocht met de fiets.
In Utrecht is er niet veel overstaptijd, dus ik ga maar snel ik de trein in, die klaar staat met bestemming Heerlen, terwijl op dit treindeel Eindhoven staat. Hopelijk een vergissing. Maar nee. Het blijkt geen foutje. De achterste twee  treindelen blijven in Eindhoven. Dus moet ik daar de trein uit en een eindje verderop er weer in. Zo kom ik toch in Sittard. Ook hier is het nog zwaar bewolkt en nevelig. Van zon is nog niets te bekennen. Met als gevolg dat  het er ook nog koud is.
Bij de AH to Go koop ik een kop koffie en een speltcroissant. Even iets verwennens alvorens op stap te gaan.
Eigenlijk wil ik meteen de knooppunten gaan fietsen. Ik kan ze alleen niet vinden. Dus rijd ik op de kaart in de richting van kp 29. Wel kom ik punten met nummers tegen, die een sportroute aangeven. Ik ga ze niet volgen, maar waarschijnlijk klopt het wel. Ik volg de grote weg met flink wat verkeer langs industrie en autozaken richting Urmond en Berg aan de Maas. Opeens staat er een bord van kp 29. Dat is handig. Zonder zoeken ben ik op de route gekomen. Gewoon steeds rechtdoor rijden in ik kom in Berg aan de Maas bij kp 27. Zo'n dorp is net als bij ons: allemaal ongeveer nieuwbouw van 30 jaar geleden.
Vanaf hier ga ik de Lf 3 volgen. Dat is de Maasroute, hij loopt gelijk met de knooppunten. Lekker gemakkelijk voor de aanleggers van de knooppuntenroute.
In vroeger tijden heb ik de Lf 3 ook wel gefietst, maar dan aan de andere kant van de Maas. Nu rijd ik aan de oostkant van de Maas, langs het Julianakanaal.Bij Veldschuur of Meers (dat kan ik niet duidelijk bepalen) vind ik een bankje aan de Maas.
Een mooi plekje voor de lunch. Achter me is een wei met pony's en paarden. Die krijgen ondertussen bezoek van de eigenaren. Ook komen er wandelaars voorbij. Ze wensen me smakelijk eten. Aan de overkant zie ik een brug en een weg met veel verkeer.
Als ik verzadigd en verkwikt ben,
stap ik weer op. Een eindje verder is de weg afgezet met hekken en linten. Je kunt er ook als fietser echt niet langs. En er is geen aanduiding voor een vervangende route. Een wielrenner meldt me dat ik aan de andere kant van het Julianakanaal verder kan naar Elsloo. 
Dat is wel handig. Zo kom ik, waar ik niet had gedacht te komen, maar wel graag wilde. Want daar rijd je eerst omhoog en dan met een u-bocht weer naar beneden.
Het volgende voordeel is, dat ik ook langs het kasteel kom. Dat kun je niet bekijken, maar het zien is ook wel leuk. En daarna is er links een merkwaardig nat landschap. De weg volgend met behoorlijk wat verkeer vind ik een zijweg, waar weer een knooppunt te volgen is. Dus rechtsaf en naar kp 16. Ondertussen is de zon tevoorschijn gekomen. Het is nog niet van harte, maar het begin is er. En meteen wordt het ook wat warmer.
Tussen kp13 en 14 kom ik langs een bord:
Wat zou dat zijn? Laat ik er eens gaan kijken. Misschien is het een uitstapje waard. Eerst maak ik een kiekje van het huis. Een eind verder is de inrit en je mag als fietser op de verharde wegen rijden. Nou, dat is een goed idee. Ik ga erin. Het is een hotel met restaurant en een boerderij en nog andere gebouwen. Er staan veel auto's. Het is dus druk in gebruik. De tuinen erom heen kun je bewandelen. Dat ga ik met de fiets in de hand natuurlijk niet doen. Want ik moet nog verder. Het is wel een aanrader om in de toekomst eens goed te bekijken en er wel de tijd voor nemen. Ik stap weer op en ga er vandoor.
En dan is er een verrassing. Bij Rothem kom ik op bekend terrein. Als ik van Maastricht naar Valkenburg ga, kom ik ook op dit punt. Nu ga ik dus iets doen, wat meestal in de andere richting gaat.
Ondertussen is de zon er goed bij gekomen en kan er met blote benen en armen worden gefietst. De beenstukken en armstukken gaan eraf en de mouwen uit mijn jasje. Ook de helm hang ik aan het stuur. Hier is het allemaal nog vlak. In de verte nader ik de heuvels. Eigenlijk is dat wel mooi. Langzamerhand kom ik in het heuvelland. Eerst kijk ik er tegenaan en bij kp 06 ga ik links af met de wetenschap, dat het echte fietsen nu op komst is. Want naar Bemelen is het echt omhoog rijden. In Bemelen gaat de route naar rechts, maar St. Antoniusbank. Ik ga rechtdoor met het idee: zo ontloop ( ontfiets) ik een lastige klim. Maar dat is helemaal niet zo. Ook nu moet ik ophoog. Het is niet anders. Zo kom ik ook bij Gasthuis. Ik volg nu de Lf6.
Waar de route de weg verlaat en als fietspad verder gaat, staat een wegkruis, een grote boom en een bankje. Dat is een goede plek voor een rustpauze. Ik haal mijn eerste kop koffie tevoorschijn. En er is ook koek bij. Ja, ik neem van alles mee. Zo ben ik mijn eigen restaurant.
Terwijl ik hier zit, valt me op dat de lucht helemaal blauw is geworden en dat de kale akkers wel erg blinken in de zonneschijn. Een foto dus. Ik was al weer opgestapt. Mijn fiets kun je zien.
Ik trap verder en beland uiteindelijk in Gulpen. Dat is de plek om avondeten te kopen. In de Plus koop ik voor de avond en de volgende dag. Warm eten voor nu en fruit voor de volgende dag. Dan nog een plek om mijn eten warm te maken. Die heb ik wel bedacht, nu nog kijken of ik er echt kan zitten met mijn meegebrachte klapstoel. 
Van Gulpen naar Mechelen via een eerst verharde en dan onverharde weg. Waar de verharding stopt, is een pad naar de Geul. Die ga ik in en bij de rivier kan ik rustig zitten. Tenminste. Vlak na mij komen er twee pubers aan, die hun fietsen er neergooien en verder rennen. Even later komen ze terug en beginnen een beetje onbenullig met stokken tegen elkaar te slaan, alsof het zwaarden zijn. De jongen doet het wat fanatiek, het meisje lijkt er geen zin in te hebben. Omdat ik hier op deze manier geen eten kan koken, vraag ik of zie hier blijven spelen. Dan zoek ik wel een andere plek. Ze kijken elkaar eens aan, zeggen niets, pakken hun fietsen en vertrekken. Naar mijn idee waren ze een beetje aan het uitvinden wat die vreemde man daar ging doen. 
Voor mij is het een gelukje. Zij weg en ik kan aan het koken en eten. Zo gaat alles volgens plan.
Na het toetje ontdek ik, dat ik mijn glaasje wijn ben vergeten. Dan is die voor de volgende keer.
Alles weer ingepakt en op weg naar het hotel in Epen. Ook dan blijf ik de knooppunten volgen.
Met een vaart de Bommerigerweg naar beneden en dan lekker snel naar het dorp. Het eind is dan weer een stevige klim. En net voor het einde van de klim, voor de bakkerswinkel is aan de andere kant van de weg mijn bestemming en onderkomen voor de komende dagen. Ik ben er. Bijna als thuis. Zo vaak ben ik er al geweest.

9 april 2015 Rondje Epen -Aken - La Chapelle- Plombière - Sippenaken -Epen.

De dag begint met een ontbijt in de eetkamer van het hotel. Er zijn behoorlijk veel gasten en dus is het er gezellig vol. Veel beter, dan de vorige keer, toen ik de enige gast was. Dat heeft ook wel iets, maar met meerderen is het toch wel leuker.
Na me lekker vol te hebben gegeten, en dat is nodig als je een hele dag wilt fietsen in dit heuvelland, ga ik me op mijn kamer klaar maken voor deze dag. Ik heb me net aangekleed, maar die kleren gaan meteen weer uit. Nu moeten de fietskleren aan. Omdat het vandaag een lekker warme dag gaat worden, wordt het een 'laagjes kleren' verhaal. Er moet steeds iets uit kunnen en soms iets anders ervoor in de plaats. Want bij het begin is het nog niet zo warm.  Alles klaar, dan de tassen naar beneden gebracht en op de fiets geladen. Eigenlijk heb ik nog niet precies bepaald, waar ik heen ga. Alleen het begin is vastgesteld. Ik wil deze dag de tocht opnemen met My Tracks. Daarvoor heb ik mijn telefoon ingesteld en aan de naafdynamo verbonden. Dan loopt de stroom er niet alleen uit, maar er ook weer in.
Maar eerst ga ik naar de Spar om fruit, salade en nog wat. Weer buiten zie ik een paal, die ik vast kan houden om nog eens mijn zithouding te controleren. De vraag is steeds of mijn zadel wel de goede hoogte heeft. Want van de fietstocht van gisteren heb ik stevig spierpijn gekregen. Na deze controle ben ik helemaal tevreden. De maat klopt precies. Dus trappen maar. Al doende zal de spierpijn wel verdwijnen. En dat is ook zo.
Ik ga van Epen  langs de hoofdweg richting Mechelen. Bij de Hurpescherweg ga ik rechts over de Geul. Het is hier alweer omhoog trappen om op de Bommerigerweg te komen. Aan het eind bij hotel De Hamer ga ik links. Hier staat een zeer goed onderhouden Mariabeeld langs de weg. Het ding is zo wit en zo mooi blauw, dat het elke keer, als ik er langs kom, mijn aandacht vraagt.
Vanaf de Bommerigerweg volg ik de LF6 naar Vijlen. Vandaar gaat het naar kp 93. Dat is in Holset. Hier is een mooi oud kerkje. De deur staat open en je kunt er even binnen kijken. Van kp 93 ga ik richting Vaals. Het volgende kp is 95. De rit gaat door Vaals, maar niet langs de hoofdweg. Net er achter. Met allerlei bochten kom ik uiteindelijk op een weg die stopt door de aanwezigheid van betonnen paaltjes. Wat raar. Wie barricadeert een weg op deze manier, denk ik. Dan zie ik rechts een merkwaardig klein gebouwtje met opschriften aan de muur. Het is een grenscontrolehuisje van vroeger.
 
Nu is het het hoogstgelegen en kleinste museum van Nederland. Als ik de betonnen wegversperring ben gepasseerd, zie ik dat ik nu in Aken - Duitsland ben. De auto's hebben andere nummerborden en de straatnamen zijn in het Duits. De knooppunten bordjes staan hier wel en ik rijd maar gewoon verder. Na een paar bochten kom ik op de weg Vaals - Aken. Juist op het punt waar Nederland overgaat in Duitsland. Ik steek de weg over en ben weer in Nederland. Daar gaat de route verder precies op de grens. Even later ben ik weer in het buitenland. Het is hier een leuk heen en weer slingeren over de grens.
Uiteindelijk rijd ik een tijdje door Duitsland. De weg is hier prachtig glad. Het rijdt prima. Dan zie ik een geel plaatsnaambord met de Nederlandse plaatsnaam Lemiers. Aan de Duitse kant heet de plaats net zo.
Hier gaat de route naar 93 weer Nederland in. ( 95 en 94 zijn al geweest in Vaals).
Dat betekent naar links. Hier is een smal pad langs een snel stromend beekje. Aan  het eind van het pad aan de Nederlandse kant staan dranghekken, waar je met de fiets met tassen maar net tussendoor kunt. Links is een parkje met een bank en een picknicktafel. Ik ga daar even pauzeren. Dat houdt in, dat ik achter de heg het parkje in moet en daardoor weer in Duitsland ben. Hier loopt de grens grillig en de bewoners trekken zich er niets van aan. Ik zit dus in het buitenland koffie te drinken en een koek en mijn rauwkostsalade te eten. Als het op is,stap ik weer op en rijd in Nederland weer verder door het Nederlandse Lemiers. Hier steek ik bij de grote rode kerk van Lemiers de weg Maastricht - Vaals over en kom uit eindelijk weer bij het kerkje van Holset. Nu ga ik richting Wolfshaag en Gemmenich met kp 91. Als ik in de voorstraat van Gemmenich kom, gaat de route rechts omhoog. helemaal boven heb je een mooi uitzicht over het stadje en er is een bankje, die net vrij wordt. Een andere fietser neemt net zijn fiets en vertrekt. Dat is ook de bedoeling, want ik wil daar gaan zitten lunchen. In de zon met een prachtig uitzicht zit ik te genieten en mijn maag te vullen. Er komen nog meer fietsers en wandelaars langs. Ze gaan, jammer voor hen, mijn lunchplekbank voorbij.
Na het eten is het de vraag waar ik nu heen zal gaan. Thuis had ik al bedacht naar het Drielandenpunt te gaan. Maar een route met knooppunten gaat er niet heen. Dus ga ik het zelf maar uitvinden.
Eigenlijk is het heel eenvoudig. Eerst verder naar 91 en dan naar 05. Dat blijkt een lelijke steile en lange klim te zijn. Van de andere kant stuiven vele fietsers naar beneden. En ik ga met een slakkengang omhoog. Bijna boven zijn er nog enkele haarspeldbochten. Maar de heb je ook iets bereikt.
Ik ben op het hoogste plekje van Nederland. Hier rijd ik even wat heen en weer. Om vervolgens weer Duitsland in te duiken. Door het bos naar kp 05. Dat is een onverharde weg de bossen in. Dit gaat niet erg snel, de weg is vol hobbels. Op een kruising is weer een kruis, een bank en een bord met uitleg over de knooppunten. Hier ga ik naar rechts, naar La Chapelle. Het is een afdaling over een ruw pad. In tegengestelde richting is het een stevige klim. Onderweg zie ik een boswerker met een paard. Ze zijn bezig een stel dunne boomstammen vanuit het bos naar de rand van de weg te slepen. Even later komt er een tractor met laadbak om de stammen verder te vervoeren. Ondertussen hobbel ik verder de helling af. Dan is er een niet verwachte kruising. Moet ik nu rechtdoor of rechtsaf? Een man vraagt: Wo wollen Sie hin? Ik antwoord: La Chapelle. Hij zegt: toujours droite. Dat klinkt wel leuk Frans, maar je kunt het ook uitleggen als: steeds maar rechtsaf. Hij bedoelt altijd rechtdoor. En dat doe ik maar.
Zo kom ik na een spoorbrug, waar net een lange goederentrein over dendert, weer in de bewoonde wereld.
Ik volg de bordjes naar kp 4. Dan herken in de weg. Ik kom in Moresnet en  en dan gaat het naar kp 3 en 1,richting Plombière.Steeds maar verder en dan is er Sippenaken. Hier ga ik de Kuttingerweg op en kom weer terug bij het hotel. Later ga ik naar de Chinees in Mechelen voor het avondeten. Zo komt er een eind aan een mooi-weer-fietsdag. Morgen gaan we opnieuw van start met de verrassingen van morgen.

10 april 2015   Een tochtje naar Val Dieu.

De dag begint zoals de vorige: met ontbijt en me klaar maken voor de dag.
Vandaag heb ik een idee aangereikt gekregen. Ik ga ergens bij Aubel een heel hoog punt zoeken met een zeer weids uitzicht. Daarna ga ik naar Val Dieu en dan weer terug. Vandaag neem ik de tocht op met de telefoon. Gisteren is het mislukt doordat het uitknopje was aangeraakt. Nu zal ik beter oppassen. 
De start is naar het dorp en dan links richting Eperheide. Dat is een pittige klim. Eindelijk ben ik boven. Ergens in een bocht naar rechts ga ik links richting Teuven. Hier fiets ik vlak en boven op een heuvelrand. Maar niet voor lang. Want een eind verder daalt het met een vaart en veel slingers naar het dorp Teuven.. Dan even zoeken. Ik moet rechts en een eind verder ben ik al in Nurop. Ik fiets geen knooppunten maar zoek de weg op de kaart. Dat gaat best.  Als ik op een kruising kom in Teuven ga ik richting Remersdaal. Dan bedenk ik me dat het verkeerd is. Maar ik ga toch maar verder. Dan zoek ik wel een andere route. Het landschap is hier vlak. Het rijdt makkelijk door. Maar toch gaat het wel weer omhoog, want bij Col de Hagestein moet ik de N608 oversteken. Dan gaat het richting Aubel, Nu zijn de hellingen terug. Bij Neer-Aubel ga ik rechts, de N649 op .Het klinken allemaal grote wegen, maar het verkeer valt reuze mee. En de vergezichten zijn prachtig. Dit is de weg naar Val Dieu maar zover ga ik nog niet. Eerst bij st Jean Sart naar rechts. Dit is een flinke klim. Het dorpje ligt hoog en daarna gaat het nog hoger. Maar dan heb je ook wat: een heel groot weids uitzicht over het dal waar Aubel in ligt. En nog veel verder. Op een gegeven moment staat er een richtingaanduiding naar een uitzichtspunt. Zo dat zijn wat me is aangereikt?
Ik ga kijken. Het is aan een zandpad. Eerst door een draaihekje, de fiets kan niet mee. Maar er is niet de beloofde picknicktafel. Wel een overblijfsel van een afweergeschut,een bankje en een oriëntatietafel. 
Dit is prachtig, maar niet de plek voor een etenspauze. Ik ga weer terug naar de weg. Een eindje verder is inderdaad de picknickbank met geweldig uitzicht. Het is hier in het voorjaar met een lekkere zon en de wind uit de goede hoek goed toeven. Ik eet mijn middag maaltijd voor een deel op.Heerlijk. Ondertussen blijk ik niet de enige mannelijke fietser te zijn op die dag. Er rijden er twee voorbij. Allebei met achtertassen en een stuurtas. Dat is in die drie dagen de enige keer.

Als mijn eten op is voor een deel, ga ik natuurlijk weer verder. Ik vervolg de weg en kom uiteindelijk bij Val Dieu. Het leuke van dit deel van de rit is, dat ik de vorige keren steeds van de andere kant deze weg reed. Toen maakte ik braaf gebruik van het voet - fiets- ruiterpad naast de weg. Dat is een onverhard hobbelig wegdeel. Nu rijd ik maar gewoon over het asfalt. Dat gaat wel zo prettig en verkeer is er verder niet. Bij de toeristische abdij aangekomen, is het er zoals meestal een groot geheel van auto's. Niet erg uitnodigend. Ik ga aan de overkant aan een beekje op een bankje zitten, een beetje in de zon en ga verder met mijn lunch. Zo straks was het de rauwkost, nu is het brood aan de beurt. Hier komen behoorlijk was wielrenners voorbij. Het is ook een prettige weg. Enkele jaren geleden is de weg opnieuw geasfalteerd en nu ligt hij er gelikt bij. Echt een weg om met plezier over te gaan. Het landschap is ook mooi: de weg is vlak en de omgeving is heuvelig met het riviertje de Berwinne er meestal naast.
Aan deze mooie fietsweg, en ik ben niet de enige fiestser, komt weer een eind. Dan verder op de N608 naar Berneau. En vandaar naar 's Gravenvoeren. Daar ga ik weer de knooppunten van de Voerstreek volgen. Eerst van 422 naar 423 en 424. Dit is een nieuw betonpad. Rechts is boerenland en links ook, maar dan kijk je tegen de heuvels aan, die dit land scheiden van Nederland. Een heerlijk fietsstukje.

Lekker in de zon. Ik stop bij een kapel met een bankje. In het kapelletje gaat de muziek aan als je binnen stapt. Je hoort monniken uit een abdij prachtig zingen. Op het bankje ernaast is het koffiepauze. Fietsende Belgen kijken mij onderzoekend aan. Wat doet die man daar? Nou, niks bijzonders of iets heel bijzonders: hij geniet intens van de stilte, de zon en de wind, heerlijk. De rest van de dag hier blijven zitten gaat niet. Dus maar weer verder. Dan zie ik een bocht verder een picknicktafel. O, daar had ik ook kunnen pauzeren. Bij 424 ben ik St. Martensvoeren. De plaatsnamen hebben hier ook een Franse naam: Fouron - St. Martin. Daar begint de klim naar Ulvend, kp 429 en 430. Bij Ulvend is het meestal druk. Hier is een terras met veel publiek. Daar hoor ik niet bij. Ook auto's versperren de weg, maar ze laten fietsers de ruimte. Dat is plezierig. Even twijfelen nu. Waar heen? Naar Noorbeek. Dat gaat langzaam naar beneden en dan weer omhoog.
De kaart, die ik gebruik, is van plastic en heeft niet de Belgische en de nieuwe knooppunten van Limburg. Dat brengt me op het idee om in Noorbeek een VVV te zoeken en te vragen om een nieuwe. Er is een van- alles - wat - winkel met een VVV- depot. De kaart blijkt niet van de VVV te zijn. Dan herinner ik me dat ik hem gekocht heb in net zo'n winkel in Mechelen. Die had van alles. Dus is het raadzaam om daar te gaan vragen. De dame van de winkel doet geen enkele moeite om me een andere kaart aan te smeren. Best aardig van haar. Ik ga weer naar buiten en ga verder. Via de kortste knooppunten ga ik naar Gulpen. Daar haal ik eten voor het diner en ga dan in Mechelen vragen om de kaart. Ze heeft er nog een, maar ze zijn in herdruk en worden aangepast hopen we. Dus zal ik later nog eens terugkomen.
De dag vordert en ik ga op zoek naar een plek om eten te koken. Vorig jaar was er tussen Vijlen en Camerig een blokhut waar je in kon zitten met tafels. Daar ga ik maar weer heen. Het is nog best een eind fietsen en ik ben moe. Dan snap ik de weg niet helemaal. Het is steeds anders dan op de kaart. Die kaart verstopt een weg door de stippellijnen van de knooppunten. Er blijkt een bocht in te zitten, die je al voortgaande niet opmerkt. Je rijdt gewoon rechtdoor en neemt ongemerkt die bocht mee. Nu weet ik hoe het zit en dus waar ik ben en heen wil.
De blokhut is er niet meer, alleen de fundering. De picknicktafel is er wel. Ik doe net alsof ik op een camping ben en kook mijn potje. Ondertussen razen er vele auto's langs. Waar gaan al die mensen toch heen? Er is vast iets heel geweldigs een eind verderop.
De zon zakt steeds verder en daarmee de temperatuur. Als het eten op is, alles weer ingepakt en dan verder afdalen naar restaurant Buitenlust. Daar is het terras lekker in de avondzon stampvol met etende gasten.
Ik zoef voorbij. Het blijft dalen tot ik in de bocht naar Epen weer omhoog moet trappen. Daar is het hotel. Na72kilometers onder me door te hebben getrapt, wacht me een lekkere douche, gevolgd door koffie met appelgebak en een gezellige babbel met andere gasten. Zo komt er ook weer een einde aan deze dag. Morgen zal het weer zijn omgeslagen in koud en nattig en ga ik naar de trein in Maastricht om ten huize te varen. De volgende dag is het wel koud en winderig, maar niet nat. Dat is het onderweg in de trein. Ik kom uiteindelijk droog thuis aan.




maandag 6 april 2015


3 april       Veluwerand.

Een knooppuntentocht van de ANWB:
Omdat ik bij kp 78 woon, ben ik daar begonnen en niet bij het officiële startpunt.

78,39,80,30,35,36,37,38,32,09,10,11,50,77,95,78

Het is Goede Vrijdag en het is een beetje zonnig. De harde wind van de afgelopen dagen is verdwenen. Een goed moment om me aan een opdracht te wijden, waar ik me voor heb aangemeld. Ik ga voor de ANWB een fietsroute rijden en controleren of het allemaal nog klopt. Bij het lezen van de informatie heb ik al enkele vraagtekens gezet. Nu eens zien of de rest wel klopt.
Omdat ik in de buurt van kp 78 woon, begin ik daar. Dat knooppunt is bij de rotonde in de Drieërweg. Ik steek de rotonde recht over en ga een onverhard pad in. Even later naar rechts. Daar links is een midgetgolfbaan en een eetgelegenheid. Rechts is de Russulalaan. Die komt weer uit op de Ericalaan. Je kunt ook gewoon de Drieërweg verder fietsen. Dan hoef je niet over het onverharde pad. Als het nat weer is geweest, is dat wel zo handig. Enkele dagen geleden ben ik ook al begonnen aan deze route. En toen was het er een enorme blubber. Door de storm kon ik toen niet verder komen dan de Vanenburger Allee. Ik waaide zo ongeveer van mijn fiets.
Nu is het heerlijk fietsweer. Ik rijd de Ericalaan verder en ga bij kp 39 het bos in. Dit is de Oude Arnhemse Karweg, een heel oude weg. Het was vroeger de verbinding tussen Harderwijk en Arnhem.
Ook nu nog kun je deze weg nemen om in Arnhem te geraken. Op de fiets op per paard of lopend. Meestal is het een fietspad of onverharde weg. Hier en daar is het een deel van een verharde weg door een dorp. Pas vanaf Harskamp is het een goede verbinding  met een fietspad.
Vandaag ga ik niet zover. In het Ermelose deel van de Karweg is het een mooi betonfietspad.
Op de grens met Putten stopt dat en wordt het een zandweg, die vandaag nog redelijk te berijden is. Wel behoorlijk hobbelig, maar na een droge periode is het ook nog een mul, zanderig geploeter. Langs boerderij Nieuw Groevenbeek kom ik een eind verder op de Laak. Als er een Nieuw Groevenbeek is, zal er ook een Oud Groevenbeek zijn. Dat ligt aan de andere kant van de weg Ermelo - Putten. Het is een landhuis, waarvan je de kamers als vakantieappartement kunt huren.
Ik ga verder langs de Laak. Hier kom ik langs meestal houten buitenhuizen. Het zijn tamelijk oude huizen en het geeft me steeds weer het gevoel in de jaren 20 van de vorige eeuw  verzeild te zijn geraakt.
De Laak leidt me langs de tennisbaan, rechts aanhouden, en dan ben ik uit het bos. Hier steek ik de Putterweg over. Ik zie er De Muur, een Chinees Restaurant waar je heerlijk kunt eten. Echt een aanrader.
Maar niet op dit moment. Ik ga naar links en bij de verkeerslichten naar rechts. Dit is de Zuiderveldweg. Een klinkerweg die lekker dendert. Even verder is Bosbad Putten. Een geliefd zwembad. Ook vandaag.
De parkeerplaats is bijna helemaal vol. Hoewel ik er vroeger wel eens ben geweest, trekt het me niet. Gelukkig maar, want mijn fiets wil verder. Met een paar bochten links en rechts kom ik op de Beekweg. Zo genoemd naar de beek die erlangs stroomt. Nu wel even opletten, want ik moet naar kp 35 en dan moet je opeens schuin rechts het bos in. Langs een boerderij. Het is een onverhard pad tussen bospercelen en weilanden door. Vroeger liep hier ook een kerkenpad. Een deel van de route is nu het fietspad. Soms is het pad smal, dan weer drassig of stevig. Uiteindelijk kom ik weer op de verharde weg bij een spoorwegovergang. Het valt me op hoe heerlijk stil het hier is. Alleen de vogels zijn te horen. Verder heerst er een sfeer van rust en stilte. Waarschijnlijk is de windrichting zo, dat de geluiden van de snelweg hier niet te horen zijn. Ik steek het spoor over en dan is de weg weer onverhard. Maar nu is er een goed verhard fietspad naast. Na een tijdje kom ik op een gewoon verharde weg, De Volenbekerweg. Hier staat meteen een bord van een B&B, het betere boerenbed van de familie Roozendaal. Je kunt er blijkbaar overnachten. Een eindje verder hangt een groot spandoek langs het hek van een weiland bij een boerderij: Boerderijpret. Dit is een speelparadijs voor kinderen, zowel binnen als buiten. Maar de toevallige voorbijganger wordt ook niet vergeten. Op het spandoek staat, dat het terras open is en de koffie klaar. Laat ik even gaan kijken. Achter op het terrein wijst een bord de weg naar het terras. Er is ook een minicamping, kamperen bij de boer.
De koffie laat ik voor wat het is. Het terras is er en er zitten ook mensen. Dus is het open. Het spandoek vertelt precies wat het is.
Weer verder. Aan het eind van de Volenbekerweg ga ik links. Hier is een fietspad en na de bocht ben ik op de al eerder genoemde Vanenburger Allee, genoemd naar De Vanenburg. Voor een goede prijs kun je er dineren en overnachten.
Het park er om heen is niet te bezoeken als je geen gast bent. Alleen als het "open tuinen dag " is kun je er rondwandelen.
Ik ga weer verder en steek een beetje onhandig schuin de weg bij kp 36 over naar de Kuiterweg. Aan het eind daarvan gaat de route naar rechts. Dan ben ik op een speciaal soort weg. Het is een fietsweg in het buitengebied, waar auto's gast zijn. Vroeger was het een drukke sluiproute om in Putten te komen. Op een slimme manier is hier een einde aan gemaakt. Met geld van de Europese Unie is de weg gemaakt zoals die nu is. Een bord en een bank vertellen erover.
De reis gaat verder en uiteindelijk kom ik bij Nulde. Eerst onder de snelweg door. Links zijn zonneweiden en strandjes. Recht voor mij is Postiljon Motel Nulde. Hier kun je slapen en natuurlijk in het restaurant iets nuttigen. De rijrichting is rechts. Even verderop is een camping die uitnodigt met een Grandcafé om daar te pauzeren. Dat doe ik niet, want ik ben geen toerist, die lang onderweg is. Ik trap met een flinke vaart de route onder mijn fietsbanden weg.
Het deel dat nu komt, is niet het mooiste. Aan de ene kant van de weg is de snelweg met het altijd door razende verkeer. Eerst is dat storend. Later went het. Aan de andere kant zijn de weiden en stranden van de randmeren. Hier is ook een Pitch en Putt baan. Even verderop lijkt er een verzameling rioolbuizen en andere zaken te zijn. Het is een Paintballbaan. Beide instellingen hebben een restaurant. Ook vind je langs de weg toiletgebouwen. Ze zijn voor de mensen die de stranden bezoeken, maar als je nodig moet, kun je er best gebruik van maken. Nog weer verder is Strand Horst. Eerst echte zandstranden, later komt de opgang naar de snelweg en de brug erover naar Ermelo.
Hier bij Strand Horst is ook het fietsveer naar Zeewolde. Je kunt hier oversteken naar de polder en dan je rondrit op een andere manier rond rijden. Ik doe dat wel eens. Het is steeds weer leuk om ook aan de andere kant van het water te fietsen en naar het oude land te kijken.
Hier bij Strand Horst is een afgesloten haven. En enkele restaurants. Er is altijd wel iets open voor een hapje en een drankje. Dan weer verder richting Harderwijk. Er zijn weinig mensen op pad. Wel zijn er op dit deel van de route surfstranden. Er staan enkele campers en men is druk bezig om op het water drijvend te blijven en vooruit te komen. Na een tijdje stopt de weg, want de surfstrandjes zijn op. Het is nu weer een fietspad. In de verte zie ik  een grote brug over de snelweg. Het is een nieuwe fietsbrug om bij kp 09 in een nieuwe wijk van Harderwijk te kunnen komen, Drielanden genaamd.
Hier zie ik rechts een nieuw aangelegd stukje natuur en tegelijk is het een speelgebied. Nu onder de brug door en dan naar links. Je komt uit bij de opgang van de brug. Dat is kp 09. Nu gaat de route langs de bebouwing en het met riet omzoomde water naar het centrum van de stad. Als je de zeekant opkijkt, begrijp je dat dit het Wolderwijd heet. Bij Horst kun je de overkant gemakkelijk zijn. Nu is het pas aan de verre horizon.
Ik kom bij de ijsbaan de stad binnen. Nee, ik rijd nog langs een soort muur, dijk, die vroeger het zeewater een beetje buiten de deur moest houden. Verderop is een hogere stadsmuur. En dan kom je opeens op de Strandboulevard met zijn vertier aan terrassen, restaurants en allerlei eetgelegenheden. In de verte zie je het Dolfinarium. Maar zover kom ik niet. Opeens zie ik het bordje 10 dat me door de stadsmuur voert een smalle straat in. Hier zijn allerlei leuke winkels. Steeds maar rechtdoor en dan later naar kp 11 en richting 50.
Zo rijd ik de stad weer uit via de Deventerweg. Eerst over de A28 en dan met een vaart de hoge fietsbrug op om over een andere weg te komen. Het is een echte helling met bochten. Vaak zie je mensen afstappen en lopend omhoog gaan. Als ik bovenaan ben, zoef ik met een rotvaart naar beneden. Wel goed uitkijken, want van links kan ook een wielrijder komen. Dan langs het Van de Valk hotel. Hier fietst een dame voor me. Ze wordt bijna omver gereden door een automobilist die van de parkeerplaats de weg op wil rijden en het fietspad als niet bestaand passeert. Wel echt lomp. De vrouw en ik maken allebei een opmerking naar de auto. Maar de chauffeur heeft er niets van gemerkt.
Een eind verder gaat de route naar kp 50. Dat betekent door een klaphek. Zo'n klaphek is bedoeld om de wilde zwijnen binnen het bosgebied te houden. Ze moeten  niet op de weg en tussen het verkeer komen. Het is dus belangrijk, dat je na het passeren het hek weer sluit. Direct is hier ook een parkeerplaats. Want in dit stukje bos is een Cooperbaan, een trimparcours met allerlei aanwijzingen om te trainen. Er wordt bijna altijd gebruik van gemaakt. Ook nu zijn er weer heel wat mensen bezig. Zo kom ik bij kp 50. Ik ben het er niet mee eens, dat de  route naar 77 gaat. Een mooi stukje sla je dan over. Ik zou van 50 naar 51 en dan naar 85 gaan Je hebt geregeld kans, dat je reeën ziet. Ook ga je hier langs de Hierdense Beek.( ik zeg altijd Staverdense Beek)
Bij 85 is  links een waterval en een brug. Het boerderijtje van de vroegere watermolen staat er nog. Maar zo gaat de route niet.
Van  kp 50 ga ik weer naar de weg, die ik na het van der Valk hotel heb verlaten. Je rijdt om het trimparcours heen. De weg oversteken is een gevaarlijke onderneming. En aan de overkant, de Koesteeg, is weer een klaphek vanwege het wild. Er zijn mensen die dat hek steeds open zetten of zelfs slopen. Niet doen dus. Hier rijd je weer verder richting Ermelo. Je steekt bij 77 de Leuvenumseweg over en komt bij 95. Dat is een nieuw knooppunt, afgelopen jaar toegevoegd. Op zaterdagmiddag hoor je hier vaak schietgeluiden in het bos. Dat zijn geen jagers, maar kleiduivenschieters, de schietvereniging oefent zich in het raak schieten van stenen schoteltjes, die ze de lucht in schieten, de kleiduiven. Voor de route rijd ik nog even weer naar kp 78. Zo is de route rond en fiets ik voldaan terug naar mijn huis.
Een leuke tocht, die je met de wind de goede kant uit in deze volgorde kunt rijden. Is de wind andersom, dus meer uit noordwestelijke richting, dan zou ik het andersom doen. Je hebt dan de wind in de rug als je langs het randmeer gaat. Veel plezier met deze tocht.







maandag 23 maart 2015

18 februari Enkele dagen in Zuid Limburg

Het is nog wat vroeg in het jaar, maar toch...
Ik heb erg veel zin om weer in mijn favoriete streek te gaan fietsen. Deze keer heb ik een goed argument om dat nu al te doen. En dat is niet het weer. Hoewel dat natuurlijk een heel belangrijke factor is.
Nee, de echte reden is mijn nieuwe fiets en het feit, dat het voertuig volgende week zijn eerste servicebeurt dient te hebben. Hij is er wel aan toe. En daarom wil ik hem eerst nog in de Limburgse heuvels testen.
Dus reis ik op deze woensdag per trein naar Sittard. Op het perron van Ermelo is het een drukte van belang. Veel gepensioneerden en andere niet-werkenden staan klaar om met de trein ergens heen te gaan. Dat is ook wel logisch. Het belooft een prachtige zonnige voorjaarsdag te worden. De lucht is helderblauw en wind is er niet. Een uitgezochte dag voor een dagje uit. De trein komt en ieder gaat erin.
Ik zit naast een man, die er in Amersfoort weer uit gaat. Hij gaat ook van het mooie weer genieten.
In Utrecht stap ik over en deze keer lijkt het of de trein snel komt en op tijd is. Hoe dat anders is, weet ik niet. Mogelijk is de dienstregeling iets gewijzigd. Ja, dat zal het zijn. Ik kan rustig zitten en de reis gaat voorspoedig. Een echtpaar uit Ermelo zit in dezelfde coupé. Zij vraagt me om een kaart van Zuid-Limburg. Ik heb er meerdere en kan er best een uitlenen.
En dan de strop. In de buurt van Eindhoven verdwijnt de blauwe lucht, de zon is verdwenen als felle bal aan de hemel. Het is er mistig en soms zelfs dichte mist.  Helaas. Hopelijk is het verderop minder. Maar nee, het blijft mistig en nevelig. Het mooie zonnige weer van thuis is hier ver te zoeken.
Er is geen terug meer. Ik heb een treinrit en een hotel besproken. Dus moet ik verder. Dat is overigens geen ramp hoor. Ook met minder mooi weer kan ik goed genieten.
In Sittard stap ik uit zoals  elke keer. Op het station koop in bij de AH wat aanvulling op mijn lunch. Als ik buiten kom, zie ik dat even verderop ook een grote AH is. Daar de volgende keer maar wat kopen. Dan is er meer keus en minder duur. Ik stap op en zoek mijn weg naar het oosten, kp 32. Onderweg door de stad zie ik het kantoor van de ANWB. Hier koop ik een uptodate kaart van  Zuid-Limburg ter vervanging van de uitgeleende. Die was eigenlijk al weer te oud.
Dan is daar ook nog een AH en een Aldi. Nou, inkopen doen op het station is dus echt niet nodig.
Ik trap verder naar het genoemde knooppunt. En volg de aanwijzingen naar 52 en 45. Het laatste nummer is rood en dat beduidt, dat het in Duitsland is. Je weet niet hoe snel je hier in het buitenland bent. Maar bij de volgende bocht ben je weer terug of toch niet. Het rijdt prettig en voordat ik het weet, zit ik op een Duits bankje bij een wegkruis onder een grote oude kale boom.Daar eet ik mijn salade en brood, drink koffie en sojamelk. En omdat het te koud is met alleen beenstukken aan, kleed ik me om in de thermobroek. Ondertussen dat ik nog zit te eten, komen er mensen met honden aan. Ze begroeten me en hebben commentaar op mijn eten. Het zijn Nederlanders. Hoe zou hier de grens lopen? Ik ben toch echt daarnet door Duitsland gefietst. Er zijn Duitse verkeersborden en bushalteborden. Blijkbaar loopt de grens hier onvoorspelbaar grillig.
Even later, als ik weer ben verder gereden, is het dorp Nederlands, maar het gehucht erna heeft Duitse straatnamen. Laat ik er maar niet meer op letten. Ondertussen wordt de grijze lucht wat dunner en een zonglans begint zich in de nevel af te tekenen. Het begin van een sfeervolle tocht.
Ik rijd een poosje door een landschap dat aan de Veluwe doet denken. Dan is het weer boerenland. En het is er ook tamelijk drassig. Ergens rijd ik niet goed. Er zijn mensen met bomen en takken aan het harrewarren. Ze helpen me de goede kant op. Ik was een houten brug met houten pad over nattig land voorbijgegaan. Op de kaart zou ik daarover moeten. Het leek  me een beetje een rare weg. Maar van de mannen arbeiders hoor ik, dat het wel de bedoeling is. Zo kom ik ten noorden van Schinveld. Dus eerst over het hout, dan door net niet blubberige modder en daarna wordt het een verhard pad, dat de bebouwing ingaat. Dat doe ik niet. Meteen weer naar links en dan weer een soort Veluwe. In het veld kun je dat niet zien, maar op de kaart loopt de weg op de grens.
De rit gaat nu door afwisselend bos, heide en afgravingen. Het is een vreemd landschap. Op de kaart heet het de Brunssumer heide. Uiteindelijk kom ik weer in bewoond gebied. Hier probeer ik ook de knooppunten te volgen. Bij een waterpartij moet ik naar rechts. Dan is er een groot hek en daarachter een parkeerplaats. Het lijkt me niet dat je daar door kunt. Ik volg dus de weg langs een heel ruime kinderboerderij. Zo rijd ik een rondje en kom weer bij het de vijvers. Hier loopt dezelfde man met hond als zo even. U bent de weg kwijt, constateert hij. Inderdaad klopt er iets niet. Ik vertel, wat ik wil. En dan blijkt, dat ik wel over die parkeerplaats moet. Dus ga ik er nog eens heen. En jawel,
naast het grote hek, dat dicht is, bevindt zich een kleine doorgang. Aan de ander kant van het hek staat ook een kp-bordje. Toch een beetje wazig.

De tocht gaat verder. Door de stad, waar ik niet zoveel van merk, rijd ik naar Voerendaal. Daar ben ik weer op bekend terrein. Nu eerst naar Colmont en dan richting Gulpen. Het is nu heel wazig zonnig. ik rijd over een heuvelrand. Het uitzicht is subliem,heel mysterieus.
Zie de foto, maar die kan niet de echte beleving weergeven. Ik rol verder tot er weer geklommen moet worden. Anders kun je niet afdalen naar Gulpen. Dus rol ik nog eens naar beneden en met een wijde boog naar links onderaan richting supermarkt. Want een tocht in Zuid-Limburg zonder de supermarkt van Gulpen komt bij mij zelden voor.

Hier ga ik avondeten halen. Ik heb besloten om op de hotelkamer een salade en rauwkost te eten met een glaasje wijn. En dan moet ik dat wel eerst gaan halen. Als ik de Plus binnenstap, schrik ik . Dit is een andere winkel. Ze hebben de hele zaak verbouwd. Geen gek idee. Je kunt er nu gewoon recht toe recht aan doorlopen. Eerst was het net een doolhof.  Mijn boodschappen lukken en ik ben zo weer buiten.
Dan nog de gewone tocht naar het Wandelhotel in Epen. Het heet eigenlijk In 't Groene Dal. Dat staat op de gevel.
Daar aangekomen eerst inchecken en naar de kamer, douchen en omkleden. Dan ga ik naar beneden om een heerlijke kom wintersoep te eten. En dat smaakt prima. Later ga ik nog eens naar beneden als het koffietijd is voor koffie met appelgebak. De dag eindigt met naar bed gaan. Welterusten.

19 februari

Opstaan en ontbijten. Ik ben de enige hotelgast en eet in de gelagkamer. Alleen in de eetzaal is niet handig. Dit heeft ook wel wat. Een heerlijk ontbijt en daarna me gereedmaken voor een fietsdag.
Wat ga ik doen. In ieder geval niet te vlug weggaan. Het is nog te koud. Maar tegen half elf ben ik toch wel buiten. Waar gaat ik heen?
Het plan is om de Vennbahn op te zoeken. Dat is een fietspad vanaf station Rote Erde in Aken naar Luxemburg en gaat over een voormalige spoorbaan. Dus ga ik met allerlei kronkels naar Vaals en dan naar Aken. Eerst maar eens naar het hoofdstation, Haubtbahnhof, Daar kan ik geen routeaanwijzing vinden. Dus ga ik naar binnen om het te vragen. Maar dat is er niet, wordt me verteld. Ik moet eerst naar Rote Erde. Daar begint de Vennbahn. Het is even zoeken, maar naar een rit, die langer is dan ik had verwacht, kom ik er toch. Er staan richtingborden voor fietsers naar dat station.
Voor het station staat een groot bord met het hele verhaal van  de fietsroute met kaart en uitleg. Maar nog geen aanduiding om op de Vennbahn te komen. Terwijl ik zo sta te kijken en te zoeken, komt er een jongeman van een jaar of 18 -20 op een racefiets naar me toe en vraagt of ik de Vennbahn zoek. Hij wil me er wel heen brengen. Toch erg aardig. De jongen blijkt een fan van de Vennbahn te zijn.
We gaan voor het station langs, onder het spoorwegviaduct door en meteen links een klein pad op langs het talud. Dat is het begin van de fietsweg. Hij rijdt met me mee en zo komen we door een industriegebied, en dan over een fietspad langs de weg tot we de rand van Aken bereiken. Het is eigenlijk een kwestie van steeds rechtdoor rijden. Aan de rand van de stad gaat de jongen de woonwijk in en ik ga verder. Al vrij snel wordt het een vrij liggend pad en herken je de spoorbaan. Hier en daar moet je een weg oversteken en even goed kijken waar de route verder gaat. Maar steeds staan het straatnaambord : Vennbahn , er wel ergens. Als ik even aarzel, komt er een dame naast me en loodst me weer verder. Zij gaat in Kornelimunster naar huis. Ik rijd verder en kom dan in de bossen. Het is een heerlijk pad. In Aken nog zijn er bankjes naast de weg. Daar heb ik mijn lunch gegeten.
Dan verlaat ik de bewoonde wereld en kom in de bossen van de Hoge Venen, of de Ardennen of de Eifel. Zoals je leest, weet ik dat niet precies. Er komt ook een echte spoorbaan, die nog in gebruik is, naast het fietspad.
Na   22 km kom ik bij Raeren. Dan kom ik weer uit het bos. Hier is het al weer België en moet ik de Vennbahn verlaten. Anders is het te ver om weer in Epen te geraken.
Nu wordt het zoeken en puzzelen om weer naar het westen te komen.Volgens de kaart zijn er hier ook knooppunten, maar ik zie ze nog niet. Eerst naar Eynatten. Daar vind ik de knooppunten. Het gaat van19 naar 18, 17, 16, 15 en kom in Kelmisch, vandaar naar Moresnet en naar La Chapelle. Het zijn steeds min of meer fietswegen, maar het verkeer raast ook wel om me heen. Vervolgens naar Gemmenich. Hier kom ik weer op bekend terrein. Nu is het gewoon de weg volgen om in Sippenaken te geraken. Het gaat op en neer en de zon schijnt. Wat is het leven goed. Bij Terbruggen is iets nieuws gemaakt. De resten van een vroegere molen zijn van een parkje met picknickbank voorzien. Een paadje naar beneden en je bent er. Het water vormt een watervalletje met een vistrap. Ook is er een pad naar de molen een eind verderop. Ik ga hier even een eetpauze inlassen. Het is wat winderig, maar dat kan niet deren.

Er stopt nog een stel fietsers, maar als ze me zien zitten, gaat ze weer verder. Maar na de foto's en een plasje op een verdekt plekje, ga ik uiteraard ook weer verder. Want Epen is nog een eindje. 
Niet veel verder is Sippenaken. Bij de kerk is een weg de helling af, richting Cottessen. Een verharde weg die snel daalt. Altijd weer een zaak van attent zijn. De steilste daling zit in de bocht en er willen nog wel eens mensen lopen, die hun hond daar uitlaten. Bij het begin van de weg staat, dat het doodlopend is. Maar met de fiets kun je er wel langs en het is de Vijlener Bosroute, een fietsroute. De weg eindigt onverhard bij vakantiewoningen waar een bord staat van privé en verboden toegang. Toch gaat de fietsroute daar langs en kom ik op een camping. Hier wijst de weg naar links. Toch vinden die kampeerders dat je er als fietser niet te makkelijk langs moet kunnen. Een grote kei tussen twee paaltjes en een grenspaal versperren net niet de doorgang. Jaren geleden was het allemaal iets minder onvriendelijk. Zo kom ik wel weer in Nederland. Het pad is vandaag net begaanbaar, soms is het erg modderig. Aan het eind van dit pad naar rechts en dan is het weer een geasfalteerd fietspad. Dit is stevig trappen. Want het stijgt eerst naar camping Cottessen en dan verder omhoog naar de weg van Epen naar Vaals.
Bovenaan gekomen staat restaurant Buitenlust. Ik bekijk even de menukaart, maar eigenlijk heb ik met mezelf afgesproken, dat ik bij de Chinees in Mechelen ga eten. Dan maar nog eens van het weidse uitzicht genieten. Steeds weer is dat een mooi gezicht. Je kijkt er over het dal België in naar de volgende heuvels. Wat kan de wereld toch mooi zijn.
Op het zadel klauteren en naar beneden zoeven. Het gaat steeds weer met een enorme vaart. Pas als je Epen binnen komt, gaat het weer steil omhoog om bij het hotel te komen. Maar deze keer ga ik tot het laagste punt en dan rechts naar Bommerig. Want ik ga bij de Chinees in Mechelen eten. Het is nog wat vroeg, dus doe ik rustig aan. Trouwens erg vlug wil het ook niet, want het is meteen rechts een stevige klim.
Bij de Chinees haal ik de andere keren eten en ga dan buiten een mooi plekje zoeken voor de maaltijd. Nu is het er nog te koud voor. Dus ga ik binnen zitten. En gelukkig ben ik niet de enige gast. Want dat is een rare ervaring: de enige eter in een restaurant. Het eten smaakt prima. Na afloop rol ik weer terug naar het hotel. Daar bestel ik voor later alvast een koffie met de overheerlijke appeltaart. Altijd huisgemaakt. Daarom steeds weer een beetje anders dan de vorige keer. Behalve als je het enkele dagen achter elkaar bestelt. Dan is het van dezelfde taart gesneden. De avond gaat verder heen met puzzelen, lezen en bedtijd.

20 februari

De terugreis. Ik wil vandaag om 13.00 uur weer in Maastricht zijn. Dan heb ik mooi de middag om naar huis te reizen zonder gedoe met de avondspits. Want dan mag de fiets niet in de trein. Dat is weer makkelijker bedacht dan uitgevoerd. Na het ontbijt de boel inpakken en me reisvaardig maken. Dan afrekenen en alles op de fiets zetten. En natuurlijk afscheid nemen. Ik kom vast weer terug dit voorjaar.
Nu is het de vraag waar ik langs ga. De rechte weg, dan ben ik binnen het anderhalf uur bij het station. Dat is te snel. Dus ga ik maar omwegen zoeken. En dat lukt prima. Ik kom nog in Noorbeek, Banholt, Margraten wordt geraakt, en Cadier en Keer, dan nog Bemelen en dan nog naar Gronsveld bij de molen, en dan kan het niet anders. Naar het station. Zo komt er weer een eind aan enkele dagen in mijn favoriete wereldje rondrijden. En dat met een nieuwe fiets, waar dat prima mee kan. Want dat was de bedoeling van deze dagen: beleven hoe een fiets met Rohloffnaaf en tandriem in de heuvels zich gedraagt. Prima dus.

woensdag 18 maart 2015

17 maart 2015 Tochtje van Beilen naar Zuidhorn via knooppunten.

Dat gaat zo : 48-1-15-5-3-34-41-29-30-14-61-63-78-88-86-65-70-71-74-51-79-77-14-81-82-21-46-30-36-39-48
en naar 43 om bij het station te komen.


Vandaag is het een schone dag, wat het weer betreft. En voor de rest ook. De zon schijnt en de lucht is blauw, er is weinig wind en ook nog eens uit de goede richting om voor de wind te gaan.
Dus neem ik de trein naar Beilen en ga vandaar op pad. Het doel is Zuidhorn, want mijn zus is jarig. En daar ga ik even langs.
De lol van deze tocht is, dat het begint bij kp 48 in Beilen en de knooppunten eindigen in Zuidhorn met kp 48. Dan moet ik nog enkele bochten nemen om op de plaats van bestemming te komen, maar dat maakt dan niet uit.  48- 48 , dus gelijk spel.

Vanuit het station Beilen eerst naar rechts. Goed opletten, want ik rijd de eerste aanwijzing mooi voorbij en moet weer terug. Er staat wel degelijk een paaltje met nummers. Dan naar links en het dorp door. Het valt me op dat Beilen een dorp is met veel nieuwbouw.  En een mooie oude kerk te midden van nieuwbouw voor oude mensen. Allemaal seniorenwoningen en een verzorgingshuis. Verderop nog wat gewone bebouwing.

Zoals ik fiets, zie ik niet veel van het dorp. Ik ben er zo weer uit. Even na de spoorwegovergang is een picknicktafel. Het is de hoogste tijd voor koffie en iets te kauwen. Dus pauze terwijl ik nog niet echt gefietst heb. Maar een goede voorbereiding is ook wat waard.
Het gaat door een gebied met bouwland en mooie oude boerderijen.
Maar niet steeds afstappen voor een foto. Dan duurt de reis veel te lang. Het gaat verder door bos en over de snelweg naar Laaghalerveen. Of en toe even zoeken. Niet alle bordjes zijn goed te vinden. Vaak wordt er verwezen naar de Boom en Beekdalroute. De tocht wordt nu meer een natuurtocht dan een boerenlandroute. Langs hei en door bos zie ik in de verte de gebouwen van het TT circuit.
De zon schijnt en de wind heb ik achter. Zo gaat het best makkelijk. En ben ik al vrij snel in Bovensmilde. Hier heb je de beroemde Smilder Hoofdvaart. Ooit was dit de belangrijkste weg om van Zwolle naar Groningen te komen. Nu is het op deze dag en op dit uur een rustige weg, die ik bij de brug makkelijk kan oversteken. Zo rijd ik naar kp 61. Hier betreed ik het Fochteloër Veen.


Het is een ander deel van het natuurgebied, dan waar ik een vorige keer doorfietste. Hier is veel open water: het is het gebied van de kraanvogels, die er in dit jaargetijde nog niet zijn. Als ik de situatie vergelijk met de kaart, dan is of de kaart fout of de fietsroute loopt anders. Ik denk het laatste, het pad ziet er tamelijk nieuw uit.
Bij een uitkijktoren met picknicktafels is de volgende pauzeplaats. Nu is het tijd de salade en de boterhammen. De zon schijnt nog steeds, maar de wind is wel fris. Het houdt erom of ik dit aangenaam of te doen zal vinden.
Dan weer verder. Er zijn andere fietsers en enkele wandelaars. Ook een man met hoge laarzen, die watermonsters neemt, een natuuronderzoeker blijkbaar.
Bij kp 63 ben ik weer in de gewone wereld. Dit is het gebied van de gevangenissen van Veenhuizen. Door de bordjes die ik volg, kom ik eens helemaal door deze streek heen. Eerst de gevangenis van Norgerhaven. Dan komt het echte dorp Veenhuizen met twee kerken

en een vrachtje huizen in kleine en grote maten. Dat hangt af van je rang in de bewaking hoe groot je huis zal zijn. De grotere huizen hebben ook namen: Een van Zin, Steunt Elkander, of zoiets. Als je denkt dat je er weer uit bent, komt er nog een verzameling huizen en gevangenissen. Het is een hele mooie wereld, stil en vredig. Dat je toch zo dom bent geweest om in zo'n mooie omgeving opgesloten te worden. Had toch even beter nagedacht, zou ik zeggen.
Het zijn niet alleen maar cellen. Er is ook een museum in een oud gevangenisdeel.

Ik ga verder en verlaat deze wereld om weer in het gewone land te komen. Het volgende dorp is Een. Waarom heet dit zo. Er bestaat in de buurt geen Twee of Drie.( ligt bij Ermelo, beetje uit de buurt).
Langs Steenbergen en Roderesch kom ik onder Roden door en Nieuw Roden in de buurt van Leek. Het gaat opeens van de verharde weg af een zandweg in. Maar al gauw wordt dat ook weer een verhard fietspad. Op de kaart het het Nietap, maar dan ben ik in een nogal stads aandoende omgeving: de entree van het dorp Leek. Ik weet nog hoe het er vroeger uitzag. Daar herken ik dus niets meer van. Het gaat in het dorp meteen naar rechts en even verder links om over het terrein van landgoed Nienoord te komen.
Het gebouw is nog altijd okergeel. Dat hoort bij dat gebouw. En het Nationaal Rijtuigmuseum is er ook nog steeds. Wat anders en mooier is geworden, is de inrichting van het gebied. Je betreedt echt een landgoed, hoewel het gewoon een doorgaande fietsweg is. Blijkbaar weten de Leekse mensen het te waarderen, want er wordt uitgebreid gewandeld en je hondje uitgelaten.

Het pad gaat verder naar de kerk van Midwolde. De heren van Nienoord gingen daar ter kerke en hadden vanuit huis een directe verbindingsweg met de kerk. Nu is het een mooi fietspad dat eindigt bij de kerk en het dorpje.
Dan komt het laatste deel van de tocht. Het gaat even langs de snelweg en dan er onder door. Het besloten landschap van Drenthe verandert in het weidse polderland van dit deel van Groningen. Nu nog even stevig doortrappen om langs de Bijmaheerd en Briltil in Zuidhorn te geraken. Hier is ook kp 48. Omdat ik nog even in het dorp bij de winkels iets wil kopen, volg ik de bordjes naar 43 en dan naar het centrum. Zuidhorn heeft ook een nieuw en uitgebreid centrum. En dan nog even de weg terug en ik ben op de plaats van bestemming. 
De terugreis gaat 's avonds met de trein.
Het bleef de hele dag zonnig met een lekker temperatuurtje voor half maart.

Als je de tocht ook wilt maken, kijk dan eerst hoe de windrichting is. Ik had oostenwind, met zuidenwind en zuidoostenwind wil het ook best. In omgekeerde richting wil het met noordenwind en noordwestenwind. Bij andere windrichtingen zul je stevig moeten trappen. Het was ongeveer 70 km, met heen en weer fietsen in Zuidhorn had ik 73 km op de teller.

zaterdag 31 januari 2015

10 januari 2015   Rondje Maarn - Wijk bij Duurstede - Amerongen - Doorn - Maarn.

Een frisse zonnige zaterdag. Een uitgekiende dag om eens een stevige fietstocht te maken. Vandaag niet vanuit huis. Nee, ik kan meerijden naar Maarn. En zo heb ik de mogelijkheid om eens ergens anders rond te trappen dan de Drieërweg op en neer.
Dus eerst met de auto en de fiets achterop ( ja, een fiets kun je ook achterop nemen) naar Maarn.

Het blijkt iets minder warm, dan ik heb gedacht. Je kunt wel zeggen: het is in de morgen nog wel aan de koude kant om al te fietsen. De weilanden zijn wit uitgeslagen van de nachtvorst.
Ik rijd terug vanwaar we gekomen zijn en ga onder het spoor door. Dan volg ik een poosje kp 6 maar wel de weg van kp7 naar 6. Dat is is bijzondere weg. Het gaat stilaan omhoog, een of andere berg op. De Maarnse Berg, geloof ik. Ik rijd op een gegeven moment heel hoog boven de snelweg. Er is beneden ook water. Aan het eind gaat het met een noodvaart naar beneden om weer op het platte Nederlandse land terecht te komen. Hier steek ik over en volg de paddenstoelen en zoek mijn weg zo, dat ik bij kp 5 komt. Ik kom langs t'Zand. Het is een moestuin van Blindeninstituut Bartimeushage. Een prachtig groot landgoed. En de moestuin is te bezoeken. Leuk om eens met elkaar te doen.
Ik rijd weer verder en kom bij kasteel Sterkenburg. Dat is niet hetzelfde als het gehucht met die naam.
Het is een beetje een rare buurt voor het verkeer. De weg heeft een zijweg met een brede sloot. Meteen is er een brug gevolgd door een bocht.Hier enkele foto's.
 Het kasteel wordt door meerdere mensen bewoond met verschillende brievenbussen.

De constructie van de weg zorgt voor een malle verkeersbeleving.  Er komt een melkauto aan. Die moet van rechts over de brug naar links. Het gaat, maar niet van harte. Dan komt er een personenauto aan. Zodra die de brug nadert, doet de chauffeur de alarmlichten aan. Langzaam rijdend met de knipperende lichten vervolgt hij zijn weg tot voorbij het verkeersbord. Dan gaan de lichten weer uit. Waarom dit geknipper? Er is verder geen verkeer. Ik sta op de oprit naar het kasteel en neem dus niet deel aan het verkeer op deze malle kruising. Als het weer rustig is kan ik de foto's maken en ga dan weer verder. Ik trap verder met een koude zon en dus ook koude handen naar Sterkenburg, het gehucht met kp 59. Hier ga ik richting 09 maar als ik de N227 dreig te kruisen ga ik rechts naar Langbroek en dan verder rechtdoor naar Cothen. Langbroek is niet wat ik dacht. Er staan veel moderne huizen en Cothen is meer een dorp met een wel aardige kern. De zon schijnt zo fel, dat ik er niet veel van zie. Dan volg ik de weg naar kp 13. Dat gaat langs de Kromme Rijn. Even voel ik me een Romein. Die gingen ook langs dit pad. Zo kwamen zij toen en nu ik in Wijk bij Duurstede. Het fietspad is een deel zeer hobbelig vanaf Cothen. Dat zal bij de Romeinen niet anders zijn geweest. Uiteraard is het in de stad wel weer goed.

Ik pedaleer weer verder de stad in richting de kerk. Want daar is een soort marktplein met een restaurant waar ik in de herfst op het terras koffie met appeltaart heb gegeten. Misschien kan dat nu ook, maar dan binnen. Maar het ziet er niet zo aantrekkelijk uit, dat ik naar binnen ga.
Er is wel een buurman en dat is de bakker. Hij heeft buiten een kraampje, waar ananasbeignets worden gebakken en verkocht. Ik ga de winkel in. Er staan veel klanten op hun beurt te wachten. Het is vast een goede bakker. En het ruikt er goed. Ik wil een appelgebakje. Die verkopen ze los. Dat kan samen met mijn meegebrachte koffie dan toch koffie met gebak worden. Op de toonbank staat ook een schaal met maaltijdbrood. Zo'n uitvinding van een plaatselijke bakker. Ik vraag wat erin zit. En dat is dus gewoon brood waar ze en diner in hebben verwerkt: aardappels, spek en prei. Geef me er maar eentje, ongesneden. Dat kan ik zelf wel. Betalen en weer naar buiten.
De boodschappen gaan in mijn fietstas en ik kijk nog eens naar de bakkerskraam. Ja, ik doe het .
Ik koop zo'n warme net gebakken ananasbeignet.. Je weet niet wat je eet, dat heb ik nog nooit geproefd. Zo iets lekkers. Als het op is, meld ik het bij de verkoper, de bakker zelf waarschijnlijk. Verrukkelijk. Hier kom ik nog eens weer.

Op het zadel en weer verder. Eerst naar de rivier. Die zie je niet. Er is een grote muur, die de stad beschermt tegen het rivierwater als dat onverhoopt zin heeft de stad een wasbeurt te geven. Vervolgens onder de poort van de molen door. Het lijkt de Molen van de schilder Ruysdael, maar is het niet. Dat ding bestaat niet meer. En dan over de dijk richting Amerongen. Er wordt hier een beetje gerommeld met de knooppuntenbordjes. Daarom noem ik ze even niet. Gewoon over de dijk naar het oosten. Kan niet missen. Er komt een recreatiegebied. Daar is zeker een bank of een picknicktafel om  mijn brood te eten. Zeker. Het is er zonnig en winderig en daardoor bepaald niet picknickvriendelijk. Maar het is niet anders. Eest dee koffie. Het gebakje laat ik nog even zitten. Dat bederft niet in de fietstas bj deze temperatuur. Ik doe net of het lekker zit. Ondertussen kan ik over de rivier kijken. Aan de overkant zijn mensen in een roeiboot aan het vissen. Door de stroming en de schepen is het nogal golvig. Ook staat er land onder water. Achter het schip zie je een stipje, dat is de de boot met
 de vissers erin.
Het water in de Rijn heeft een flinke vaart. En de wind uit het oosten doet er nog een schepje bovenop.
Dus niet te lang blijven zitten. Gauw weer verder. Op een punt kun je recht de rivier op kijken. En je staat recht voor de sluis.
Het is een mooi gezicht. Dan weer verder. Amerongen komt in zicht. Deze keer ga ik het dorp niet in.  Direct ga ik links en weer links naar 18 en 19, 11 en 10. Zo schamp ik Leersum en kom bij Landgoed Broekhuizen. Een groot landhuis met veel tuin en grond erom heen. Je mag een groot deel bewandelen. Er zijn zelfs wandelingen uitgezet met een behoorlijk aantal kilometers voor een tuintje. Ik fiets eromheen.  Eerst door het hek om wat foto's te maken. Het is een blubberige wereld.

Er zijn grote waterpartijen om het huis. . Met de lage zon heeft het een betoverend effect. Zelfs in de winter is het mooi in de wereld.
Je kunt niet dichtbij het huis komen: privé. Naast dit grote huis staat nog zoiets, een zomerverblijf?

Weer verder, of beter: terug. Ik twijfel even hoeveel ik nog zal omrijden om op tijd weer bij de auto te zijn. Het gaat naar kp9,8 en door de bossen naar kp5,4,3. Vandaar weer naar kp6. En nu weet ik het niet meer. Ik ga precies zoals met de auto vanmorgen. En toch weet ik de weg niet meer. Ik vraag het, maar krijg een antwoord, dat volgens mij helemaal fout is. Wel is er een bankje in een parkje. Daar ga ik koffie met appelgebak eten. En dan maar weer verder zoeken. Tot slot doe ik de navigatie op mijn mobieltje aan en dan ben ik toch nog op tijd bij de auto. Achteraf was ii te vroeg gaan denken, dat ik al in de buurt van de opstapplek was. Het was nog een behoorlijk eind verder. Maar ik heb het gevonden. Het was een plezierige fietsdag. Hopelijk is de volgende gelegenheid iets warmer.