maandag 3 november 2014

Herfst in Zuid-Limburg, een moment om te markeren.

29 oktober,herfst in Zuid-Limburg.


Vanmorgen met de trein vertrokken naar Sittard. Op station Utrecht blijkt er een wisselstoring te zijn richting het zuiden. Na een half uur is het al weer over, gelukkig.
Ik kan gewoon mee en het is niet te vol voor een fiets.
De trein schommelt zo, dat ik de gekochte koffie pas kan drinken, als we op het volgende station stilstaan. Bij Weert stopt de trein zo kort, dat een slecht ter been zijnde dame met nog iemand niet op tijd de uitgang bereikt en noodgedwongen naar Roermond mee moet, om dan weer terug naar Weert te gaan. Slechte beurt van de conducteur. Het duurt even voor hij het snapt en sorry zegt.
In Sittard begint het net te miezeren als ik de tocht wil beginnen. Het wordt een nogal natte rit. Eigenlijk had ik weer in de trein terug moeten gaan en naar Maastricht rijden. Achteraf blijkt het verder naar het zuiden niet zo erg te regenen. Maar ik gok op beter weer, dat niet komt.
Toch gaat het lekker. De nevel geeft een verstild landschap, dat voor een groot deel al in wintertooi is. Hier en daar  snijd ik wat af, waardoor ik niet meer weet waar ik ben. Het blijkt Schoonbron te zijn.Hier ga ik links op aanwijzing van een Nederlander in een Franse auto. We namen op z'n Frans afscheid, dat houdt in dat we eerst gewoon Nederlands spreken, de man met een duidelijk Limburgs accent. Dan vraag ik naar de auto met de  Franse kentekenplaat en dan gaat het in het Frans verder. Heel leuk.
Dan kom ik op heel bekend terrein. Afdalen naar de Geul, daar bij het bankje eet  en drink ik koffie en koek. Staande, want het bankje is te nat En een slingerend pad voert me naar Gulpen. Daar zijn ze al sinds het voorjaar met de hoofdweg bezig. Het schiet niet op.
Even na vijven ben ik in het wandelhotel. Ik krijg hier promotie: een grotere kamer.
Daar installeer ik me en ga dan naar restaurant Buitenlust om te eten:
spaghetti met groenten en truffels,paddenstoelen,uiensoep vooraf en sorbetijs toe. Ik wandel in het donker weer terug. Het is stil, droog en vol met lichtjes van de huizen in de dalen. Een sprookjeswereld. Prachtig in deze zwoele avond.
Het laatste stuk gaat op de fiets.
Terug in het hotel gaan er nog koffie en twee biertjes in. Zo komt er een prettig eind aan mijn eerste dag in Zuid-Limburg als een soort vakantie.

 

30 oktober. Dag twee in Epen. 

 Na een lekkere slaap in een goed bed, is het tijd voor het ontbijt in het vertrouwde Wandelhotel. Goed gevuld ga ik daarna op stap per fiets, Eerst naar Gulpen. Op de markt koop ik fruit en nootjes. Dan naar de Plus voor banaan en sla. Het is half twaalf. De tocht kan beginnen. Dan blijkt de fietscomputer een lege batterij te hebben. Even vervangen. Ik tijd richting Wijlre. Dan doet de batterij het weer niet. Terug naar Gulpen. Naar de fietsenmaker. Nieuwe batterij. Nu naar Partij. Weer mis. Nog eens naar de fietsenmaker. Andere batterij. Bij de volgende pauze zelfde verhaal. Met een ruim vergezicht en twee koeien als toeschouwer eet ik mijn brood. Als ik vertrek batterij weer leeg. Ik druk op een knop en alles werkt weer naar behoren. Dit blijft zo vandaag en de volgende dagen. Ik volg de knooppunten en kom in Orsbach. Dat is in Duitsland. Maakt niet uit. De wegen zijn even modderig. En m'n fiets ook. Ik kies de route zo, dat ik in Aken, eigenlijk Vaalserquartier, kom. Dat is  een wijk van  Aken.
Als ik daar naar rechts ga kom ik in Vaals. Hier meteen rechts. Dat gaat met een bocht naar Lemiers. Het is steeds mooi weer. Lekkere temperatuur en geen wind. Via Hilleshagen kom ik in Mechelen. Al een hele tijd kies ik zelf de route i.p.v. knooppunten te volgen. Het risico is ,dat de wegen dan niet zo geschikt zijn om te fietsen. Maar dat valt nu wel mee. Bij een kapel kuis ik mijn fiets. Om de tijd te verdoen. Dan naar de Chinees. Ik wil vandaag buiten eten.
Het is snel donker. Veel sneller, dan ik had verwacht. Eten op een bankje met een lantaarnpaal ter verlichting is dan de oplossing.
Afsluiting van een heerlijke vrije dag. Niks hoeft en ik doe gewoon wat ik doe. Nu met koffie en de echte appeltaart in het hotel deze blog gebrouwen op de tablet.

 

31 oktober, derde dag in Zuid-Limburg.


Na weer een voortreffelijk ontbijt ga ik vandaag naar het westen en zuiden. Eerst  via een stevige klim richting Slenaken. Dat is altijd een prettige klim. Je hebt mooi uitzicht. Bij de eerste zijweg buiten het dorp Epen ga ik rechts. De Gulperweg.
Je hebt hier een mooi uitzicht richting Gulpen. Aan het eind kijk je dan een dal in met koeien, en bossen in herfstkleed. Hier weer naar links, want ik wil naar Slenaken. Bergje op en bergje neer bereik ik dit dorp. Bij de bakker, dat een supermarkt blijkt te zijn, koop ik fruit en groenvoer. Een stukje vlaai kan er niet af, alleen hele en halve taarten.
Geen nood. Aan de overkant is een restaurant die koffie met vlaai levert.
Aan de ober vraag ik welke weg steiler is, de Schilberg op of langs de weg naar  De Plank. De knooppunten volgen is makkelijker. En inderdaad ben ik rap boven met 13% klimmen.
Ik laat me weer verrassen en ga op een gegeven moment naar knooppunt 424. Dat betekent België in. Over een nieuw fietspad rijd ik naar het westen. Met steeds die prachtige kleuren.
Bij een kapelletje stop ik. Er is een bank en die zegt: kom hier maar je lunch opeten. Dat doe ik.
In het kapelletje is een sensor, die een muziekje aanzet met monnikenzang. Heel mooi, het is een bekend stel zangers van het Stift Heiligenkreuz.
Na deze rustpauze gaat het weer verder. Ik kom in Berneau. Dan besluit ik naar Val-Dieu te gaan. Langs de rivier de Berwinne trapt het prima op nieuw asfalt.
Water, weilanden en herfstbos vormen het landschap. Als ik bij de voormalige abdij kom, trap ik verder. Nu weer terug naar Teuven.
Nog steeds volg ik de weg die me op dat moment het prettigst lijkt. Zo kom ik via Teuven en de Gelatofarm weer op de weg van Slenaken naar Epen.

's Avonds ga ik eten bij de Italiaan. Dat is een belevenis op zich.
Als ik binnen kom, zijn er nog weinig klanten. Maar ik kan niet overal zitten. Er zijn drie keuzemogelijkheden. Ik krijg soepstengels en olijven. Lekker en wat vet. Daarbij een duur bier, van Val-Dieu. Het plaatselijk Gerardus Kloosterbier hebben ze niet. Op de kaart is er trouwens weinig keus uit bieren.
Ik bestel soep en een vegetarische pasta met spinazie. Even later komt de baas(?) zich verontschuldigen. Mijn hoofdgerecht is op en de pizza waar dezelfde ingrediënten in zitten, ook.
Of ik iets anders wil kiezen. Ik vind het niet erg, want er zat veel kaas in het eerste gerecht. Ik kies mijn tweede keus.
Ik wacht en eet olijven en soepstengels. Dan komt de man er weer aan. In de keuken zeggen ze dat ik ook soep heb besteld. Of dat klopt, want de pasta is al warm.  Dit vind ik een beetje dom. Als je een bestelling doet, en je verandert het hoofdgerecht, dan blijft het voorgerecht toch staan, dacht ik.
Ik krijg de soep. Maar hoe eet ik het op. Rechts liggen een mes en een vork. En links ligt een grote vork. "ork ork ork, soep eet je met een ....".
Ik roep de serveerster en vraag om een lepel.
Vanaf nu gaat het goed. De hele bediening komt steeds langs om te vragen of het lekker is en naar wens. Dat is het wel, maar de pasta heeft een rare zure smaak, die wel lekker is , maar associeert met kuilvoer of een koeienstal.
Als toetje wil ik Italiaans ijs. Voor zover ik weet, is dat sorbetijs gemaakt van water. De serveerster weet dat niet en gaat het vragen. Alleen het fruitijs is van water. Ik bestel zo, dat ik krijg wat ik wens. Toch zien twee van de drie bolletjes er uit als melkijs.  Er zitten lange vingers en aardbeien bij, alles in een weckpotje.
Na afloop loop ik weer terug naar het hotel en vermaak me op mijn kamer.
Na een telefoongesprek met het thuisfront, een puzzel en een boek eindigt deze dag als ik het lampje uitdoe.

 

1 november. De vierde dag in het Zuid-Limburgse land.



Vanmorgen via de Bommerigerweg naar Mechelen. Meteen de wet overtreden. Nieuw asfalt. Je mag er niet over. Maar de omweg is te stijl. Dus breekt de nood de wet. Om naar Gulpen te komen, ga ik steeds via Partij. De officiële fietsweg is te modderig. In Gulpen de dagelijkse boodschappen en dan: welke kant ga ik vandaag op.
Het plan is Valkenburg. Maar ik wil ook andere kanten op. Zo trap ik eerst naar het zuiden.Dat gaat over de hoogvlakte, het plateau van Margraten. Langs de hopvelden. Die zijn al geoogst. De kale staken blijven. Op een bankje in de zon drink ik mijn koffie. De meeste voorbijgangers groeten niet, maar kijken wel. In Frankrijk is men hoffelijker.
Als ik bij de weg kom, ga ik rechts. De route gaat naar links. Ik ga toch naar Valkenburg. Maar dan niet via de knooppunten.
Zo kom ik door Sibbe. Dan volg ik een poosje de bordjes van de Amstelgoldrace. Daardoor kom ik op totaal onbekende wegen naar  Valkenburg. Ook in deze stad volg ik onbekende wegen. Het station had ik nog nooit in het echt gezien. Het is een restaurant. Ik doe er een plas. In een park eet ik mijn lunch. Als ik vertrek, staat mijn thermometer op 29 graden. Dan wil ik nog wandelen. Dus via kasteel Schaloen, Schoonbron, langs de Geul en weer Partij naar Epen. Dat is de snelste weg om weer in het hotel te komen.
Op mijn weg kom ik langs de Wingbergermolen. Ik vraag of ik er om zes uur kan eten. Dat gaat moeilijk. Met hoeveel mensen?. Ik alleen. Gelukkig, het kan als ik voor half acht klaar ben. Dat kan prima. Zo lang eet ik niet. Dan me omgekleed voor de wandeling. Die gaat door Camerig en hellende weilanden. De zon schijnt nog steeds. Net zomer. Alleen is het om half zes snel donker. Dus schuifel ik het laatste stuk op de tast naar het eten. Dat smaakt verrukkelijk. En zo komt het moment dat ik met koffie en appeltaart deze blog in elkaar knutsel.

2 november. De vijfde dag in het Zuid-Limburgse.

 De dag begint iets anders dan de andere dagen. Dit is de laatste. Dus moeten de fietstassen weer gevuld worden met alles wat ik heb meegesleept.
Na het ontbijt ontferm ik me over deze inpakklus.
Op de heenreis dat ik alles ingepakt met het oog op regen. Nu is het prachtig helder zonnig weer. En gaat er dus andere kleding in en uit de tassen.
Maar alles kan er weer in en de verdeling van het gewicht is nu ook beter. Want de fiets moet nog wel te tillen zijn als ik de trein in ga.
Zo tegen half elf ben ik vertrekvaardig.  Na betaald te hebben en afscheid te hebben genomen, ga ik op reis.
Ja en waar nu weer heen. Het moet in Maastricht uitkomen. Dadelijk erheen fietsen gaat veel te vlug. Ik heb nog een hele dag voor me en die vraagt om goed benut te worden, vanwege het nog mooie weer.
Ik ga dus naar het zuiden. Naar Kuttingen. en dan langs kasteel Beusdael.
Eigenlijk herhaal ik de tocht van vrijdag. Maar dan naar Mesch, ik moet wel weer in Nederland uitkomen. Van Mesch ga ik omhoog naar Libeek. Ik kom langs een uitkijktoren.
Die ga ik beklimmen. Boven heb je een uitzicht over alle heuvels heen.
Dan weer verder. Ik kom in Sint Geertruid.  Daar ga ik nog eens naar het zuiden. Dat gaat heel hard naar beneden. Motoren gaan nog sneller langs me heen. Ik schrik van de eerste. Langs Moerslag en dan het fietspad op naar Gronsveld. Op dit pad is het nogal druk. Op de hoogte van Rijkholt vind ik een bankje en die nodigt me uit voor de lunch. Vooral de prullenbak is belangrijk. Dan kan ik mijn afval kwijt. Allerlei mensen groeten me. Het zit er gezellig. Dan weer verder. Ik moet nodig en ga een zandweg in. Van de andere kant komt een mountainbiker. Je kunt dus die kant op. Ik doe dat. Een echtpaar, dat me tegemoet loopt, stopt en ik vraag ze waar de weg heen gaat. Ze zeggen: Eckelrade. Op de kaart zie ik, dat het een goede optie is om met een omweg naar Maastricht te komen. Ik heb namelijk tijd over.
Het is een zandweg en soms erg kleiig.  Dan loop ik een eindje. Er is drie keer een enorme modderpoel, waar ik met moeite omheen kan. Ietsje blubberig bereik ik de laatste poel. Daar is weer een echtpaar. Ik stel dezelfde vraag. Nu kom ik uit in Cadier en Keer. Ik ben dus ergens anders. Dat klopt beter met de kaart. Ze waarschuwen me voor de steile klim om in het dorp te komen. Het is een helling met een top van 14%. Ik trap daar dus omhoog zonder af te stappen. Drie mensen voor me doen dat wel en veroorzaken zo een verkeersopstopping. Want juist op het verkeerde moment komt er een auto van boven en een van beneden en bij die fietsers kunnen ze elkaar niet passeren. De hele meute staat stil. Een auto rijdt achteruit naar beneden, de andere kan er dan langs. De fietsers staan nog stil. De voorste heeft een motortje en rijdt al gauw weer verder omhoog. Het echtpaar kan niet van zijn plaats. En alles lost net op tijd op. Als ik bij de stilstaande fietsers kom, zijn de auto's vertrokken en kan ik verder stoempen zonder af te stappen. Het duurt wel even voor mijn ademhaling weer rustig is.
De rest van de weg is een snelle afdaling naar Maastricht. Even knijp ik hem. Ze leggen daar in de A2 een tunnel aan. Zou ik daar wel langs kunnen. En er komt geen verkeer van de andere richting.
Gelukkig is er niets meer aan de hand. De tunnel is al bedekt met zand.
Zo kom ik prettig op tijd op het station. In het voorste fietscompartiment kan ik terecht. Het is rustig in de trein en dat blijft ook zo. Even na zessen ben ik weer in Ermelo. Met een gevoel van een zomerse fietsvakantie stap ik mijn huis weer binnen. Zo is deze week duidelijk  gemarkeerd en dat was de bedoeling.