maandag 23 maart 2015

18 februari Enkele dagen in Zuid Limburg

Het is nog wat vroeg in het jaar, maar toch...
Ik heb erg veel zin om weer in mijn favoriete streek te gaan fietsen. Deze keer heb ik een goed argument om dat nu al te doen. En dat is niet het weer. Hoewel dat natuurlijk een heel belangrijke factor is.
Nee, de echte reden is mijn nieuwe fiets en het feit, dat het voertuig volgende week zijn eerste servicebeurt dient te hebben. Hij is er wel aan toe. En daarom wil ik hem eerst nog in de Limburgse heuvels testen.
Dus reis ik op deze woensdag per trein naar Sittard. Op het perron van Ermelo is het een drukte van belang. Veel gepensioneerden en andere niet-werkenden staan klaar om met de trein ergens heen te gaan. Dat is ook wel logisch. Het belooft een prachtige zonnige voorjaarsdag te worden. De lucht is helderblauw en wind is er niet. Een uitgezochte dag voor een dagje uit. De trein komt en ieder gaat erin.
Ik zit naast een man, die er in Amersfoort weer uit gaat. Hij gaat ook van het mooie weer genieten.
In Utrecht stap ik over en deze keer lijkt het of de trein snel komt en op tijd is. Hoe dat anders is, weet ik niet. Mogelijk is de dienstregeling iets gewijzigd. Ja, dat zal het zijn. Ik kan rustig zitten en de reis gaat voorspoedig. Een echtpaar uit Ermelo zit in dezelfde coupé. Zij vraagt me om een kaart van Zuid-Limburg. Ik heb er meerdere en kan er best een uitlenen.
En dan de strop. In de buurt van Eindhoven verdwijnt de blauwe lucht, de zon is verdwenen als felle bal aan de hemel. Het is er mistig en soms zelfs dichte mist.  Helaas. Hopelijk is het verderop minder. Maar nee, het blijft mistig en nevelig. Het mooie zonnige weer van thuis is hier ver te zoeken.
Er is geen terug meer. Ik heb een treinrit en een hotel besproken. Dus moet ik verder. Dat is overigens geen ramp hoor. Ook met minder mooi weer kan ik goed genieten.
In Sittard stap ik uit zoals  elke keer. Op het station koop in bij de AH wat aanvulling op mijn lunch. Als ik buiten kom, zie ik dat even verderop ook een grote AH is. Daar de volgende keer maar wat kopen. Dan is er meer keus en minder duur. Ik stap op en zoek mijn weg naar het oosten, kp 32. Onderweg door de stad zie ik het kantoor van de ANWB. Hier koop ik een uptodate kaart van  Zuid-Limburg ter vervanging van de uitgeleende. Die was eigenlijk al weer te oud.
Dan is daar ook nog een AH en een Aldi. Nou, inkopen doen op het station is dus echt niet nodig.
Ik trap verder naar het genoemde knooppunt. En volg de aanwijzingen naar 52 en 45. Het laatste nummer is rood en dat beduidt, dat het in Duitsland is. Je weet niet hoe snel je hier in het buitenland bent. Maar bij de volgende bocht ben je weer terug of toch niet. Het rijdt prettig en voordat ik het weet, zit ik op een Duits bankje bij een wegkruis onder een grote oude kale boom.Daar eet ik mijn salade en brood, drink koffie en sojamelk. En omdat het te koud is met alleen beenstukken aan, kleed ik me om in de thermobroek. Ondertussen dat ik nog zit te eten, komen er mensen met honden aan. Ze begroeten me en hebben commentaar op mijn eten. Het zijn Nederlanders. Hoe zou hier de grens lopen? Ik ben toch echt daarnet door Duitsland gefietst. Er zijn Duitse verkeersborden en bushalteborden. Blijkbaar loopt de grens hier onvoorspelbaar grillig.
Even later, als ik weer ben verder gereden, is het dorp Nederlands, maar het gehucht erna heeft Duitse straatnamen. Laat ik er maar niet meer op letten. Ondertussen wordt de grijze lucht wat dunner en een zonglans begint zich in de nevel af te tekenen. Het begin van een sfeervolle tocht.
Ik rijd een poosje door een landschap dat aan de Veluwe doet denken. Dan is het weer boerenland. En het is er ook tamelijk drassig. Ergens rijd ik niet goed. Er zijn mensen met bomen en takken aan het harrewarren. Ze helpen me de goede kant op. Ik was een houten brug met houten pad over nattig land voorbijgegaan. Op de kaart zou ik daarover moeten. Het leek  me een beetje een rare weg. Maar van de mannen arbeiders hoor ik, dat het wel de bedoeling is. Zo kom ik ten noorden van Schinveld. Dus eerst over het hout, dan door net niet blubberige modder en daarna wordt het een verhard pad, dat de bebouwing ingaat. Dat doe ik niet. Meteen weer naar links en dan weer een soort Veluwe. In het veld kun je dat niet zien, maar op de kaart loopt de weg op de grens.
De rit gaat nu door afwisselend bos, heide en afgravingen. Het is een vreemd landschap. Op de kaart heet het de Brunssumer heide. Uiteindelijk kom ik weer in bewoond gebied. Hier probeer ik ook de knooppunten te volgen. Bij een waterpartij moet ik naar rechts. Dan is er een groot hek en daarachter een parkeerplaats. Het lijkt me niet dat je daar door kunt. Ik volg dus de weg langs een heel ruime kinderboerderij. Zo rijd ik een rondje en kom weer bij het de vijvers. Hier loopt dezelfde man met hond als zo even. U bent de weg kwijt, constateert hij. Inderdaad klopt er iets niet. Ik vertel, wat ik wil. En dan blijkt, dat ik wel over die parkeerplaats moet. Dus ga ik er nog eens heen. En jawel,
naast het grote hek, dat dicht is, bevindt zich een kleine doorgang. Aan de ander kant van het hek staat ook een kp-bordje. Toch een beetje wazig.

De tocht gaat verder. Door de stad, waar ik niet zoveel van merk, rijd ik naar Voerendaal. Daar ben ik weer op bekend terrein. Nu eerst naar Colmont en dan richting Gulpen. Het is nu heel wazig zonnig. ik rijd over een heuvelrand. Het uitzicht is subliem,heel mysterieus.
Zie de foto, maar die kan niet de echte beleving weergeven. Ik rol verder tot er weer geklommen moet worden. Anders kun je niet afdalen naar Gulpen. Dus rol ik nog eens naar beneden en met een wijde boog naar links onderaan richting supermarkt. Want een tocht in Zuid-Limburg zonder de supermarkt van Gulpen komt bij mij zelden voor.

Hier ga ik avondeten halen. Ik heb besloten om op de hotelkamer een salade en rauwkost te eten met een glaasje wijn. En dan moet ik dat wel eerst gaan halen. Als ik de Plus binnenstap, schrik ik . Dit is een andere winkel. Ze hebben de hele zaak verbouwd. Geen gek idee. Je kunt er nu gewoon recht toe recht aan doorlopen. Eerst was het net een doolhof.  Mijn boodschappen lukken en ik ben zo weer buiten.
Dan nog de gewone tocht naar het Wandelhotel in Epen. Het heet eigenlijk In 't Groene Dal. Dat staat op de gevel.
Daar aangekomen eerst inchecken en naar de kamer, douchen en omkleden. Dan ga ik naar beneden om een heerlijke kom wintersoep te eten. En dat smaakt prima. Later ga ik nog eens naar beneden als het koffietijd is voor koffie met appelgebak. De dag eindigt met naar bed gaan. Welterusten.

19 februari

Opstaan en ontbijten. Ik ben de enige hotelgast en eet in de gelagkamer. Alleen in de eetzaal is niet handig. Dit heeft ook wel wat. Een heerlijk ontbijt en daarna me gereedmaken voor een fietsdag.
Wat ga ik doen. In ieder geval niet te vlug weggaan. Het is nog te koud. Maar tegen half elf ben ik toch wel buiten. Waar gaat ik heen?
Het plan is om de Vennbahn op te zoeken. Dat is een fietspad vanaf station Rote Erde in Aken naar Luxemburg en gaat over een voormalige spoorbaan. Dus ga ik met allerlei kronkels naar Vaals en dan naar Aken. Eerst maar eens naar het hoofdstation, Haubtbahnhof, Daar kan ik geen routeaanwijzing vinden. Dus ga ik naar binnen om het te vragen. Maar dat is er niet, wordt me verteld. Ik moet eerst naar Rote Erde. Daar begint de Vennbahn. Het is even zoeken, maar naar een rit, die langer is dan ik had verwacht, kom ik er toch. Er staan richtingborden voor fietsers naar dat station.
Voor het station staat een groot bord met het hele verhaal van  de fietsroute met kaart en uitleg. Maar nog geen aanduiding om op de Vennbahn te komen. Terwijl ik zo sta te kijken en te zoeken, komt er een jongeman van een jaar of 18 -20 op een racefiets naar me toe en vraagt of ik de Vennbahn zoek. Hij wil me er wel heen brengen. Toch erg aardig. De jongen blijkt een fan van de Vennbahn te zijn.
We gaan voor het station langs, onder het spoorwegviaduct door en meteen links een klein pad op langs het talud. Dat is het begin van de fietsweg. Hij rijdt met me mee en zo komen we door een industriegebied, en dan over een fietspad langs de weg tot we de rand van Aken bereiken. Het is eigenlijk een kwestie van steeds rechtdoor rijden. Aan de rand van de stad gaat de jongen de woonwijk in en ik ga verder. Al vrij snel wordt het een vrij liggend pad en herken je de spoorbaan. Hier en daar moet je een weg oversteken en even goed kijken waar de route verder gaat. Maar steeds staan het straatnaambord : Vennbahn , er wel ergens. Als ik even aarzel, komt er een dame naast me en loodst me weer verder. Zij gaat in Kornelimunster naar huis. Ik rijd verder en kom dan in de bossen. Het is een heerlijk pad. In Aken nog zijn er bankjes naast de weg. Daar heb ik mijn lunch gegeten.
Dan verlaat ik de bewoonde wereld en kom in de bossen van de Hoge Venen, of de Ardennen of de Eifel. Zoals je leest, weet ik dat niet precies. Er komt ook een echte spoorbaan, die nog in gebruik is, naast het fietspad.
Na   22 km kom ik bij Raeren. Dan kom ik weer uit het bos. Hier is het al weer België en moet ik de Vennbahn verlaten. Anders is het te ver om weer in Epen te geraken.
Nu wordt het zoeken en puzzelen om weer naar het westen te komen.Volgens de kaart zijn er hier ook knooppunten, maar ik zie ze nog niet. Eerst naar Eynatten. Daar vind ik de knooppunten. Het gaat van19 naar 18, 17, 16, 15 en kom in Kelmisch, vandaar naar Moresnet en naar La Chapelle. Het zijn steeds min of meer fietswegen, maar het verkeer raast ook wel om me heen. Vervolgens naar Gemmenich. Hier kom ik weer op bekend terrein. Nu is het gewoon de weg volgen om in Sippenaken te geraken. Het gaat op en neer en de zon schijnt. Wat is het leven goed. Bij Terbruggen is iets nieuws gemaakt. De resten van een vroegere molen zijn van een parkje met picknickbank voorzien. Een paadje naar beneden en je bent er. Het water vormt een watervalletje met een vistrap. Ook is er een pad naar de molen een eind verderop. Ik ga hier even een eetpauze inlassen. Het is wat winderig, maar dat kan niet deren.

Er stopt nog een stel fietsers, maar als ze me zien zitten, gaat ze weer verder. Maar na de foto's en een plasje op een verdekt plekje, ga ik uiteraard ook weer verder. Want Epen is nog een eindje. 
Niet veel verder is Sippenaken. Bij de kerk is een weg de helling af, richting Cottessen. Een verharde weg die snel daalt. Altijd weer een zaak van attent zijn. De steilste daling zit in de bocht en er willen nog wel eens mensen lopen, die hun hond daar uitlaten. Bij het begin van de weg staat, dat het doodlopend is. Maar met de fiets kun je er wel langs en het is de Vijlener Bosroute, een fietsroute. De weg eindigt onverhard bij vakantiewoningen waar een bord staat van privé en verboden toegang. Toch gaat de fietsroute daar langs en kom ik op een camping. Hier wijst de weg naar links. Toch vinden die kampeerders dat je er als fietser niet te makkelijk langs moet kunnen. Een grote kei tussen twee paaltjes en een grenspaal versperren net niet de doorgang. Jaren geleden was het allemaal iets minder onvriendelijk. Zo kom ik wel weer in Nederland. Het pad is vandaag net begaanbaar, soms is het erg modderig. Aan het eind van dit pad naar rechts en dan is het weer een geasfalteerd fietspad. Dit is stevig trappen. Want het stijgt eerst naar camping Cottessen en dan verder omhoog naar de weg van Epen naar Vaals.
Bovenaan gekomen staat restaurant Buitenlust. Ik bekijk even de menukaart, maar eigenlijk heb ik met mezelf afgesproken, dat ik bij de Chinees in Mechelen ga eten. Dan maar nog eens van het weidse uitzicht genieten. Steeds weer is dat een mooi gezicht. Je kijkt er over het dal België in naar de volgende heuvels. Wat kan de wereld toch mooi zijn.
Op het zadel klauteren en naar beneden zoeven. Het gaat steeds weer met een enorme vaart. Pas als je Epen binnen komt, gaat het weer steil omhoog om bij het hotel te komen. Maar deze keer ga ik tot het laagste punt en dan rechts naar Bommerig. Want ik ga bij de Chinees in Mechelen eten. Het is nog wat vroeg, dus doe ik rustig aan. Trouwens erg vlug wil het ook niet, want het is meteen rechts een stevige klim.
Bij de Chinees haal ik de andere keren eten en ga dan buiten een mooi plekje zoeken voor de maaltijd. Nu is het er nog te koud voor. Dus ga ik binnen zitten. En gelukkig ben ik niet de enige gast. Want dat is een rare ervaring: de enige eter in een restaurant. Het eten smaakt prima. Na afloop rol ik weer terug naar het hotel. Daar bestel ik voor later alvast een koffie met de overheerlijke appeltaart. Altijd huisgemaakt. Daarom steeds weer een beetje anders dan de vorige keer. Behalve als je het enkele dagen achter elkaar bestelt. Dan is het van dezelfde taart gesneden. De avond gaat verder heen met puzzelen, lezen en bedtijd.

20 februari

De terugreis. Ik wil vandaag om 13.00 uur weer in Maastricht zijn. Dan heb ik mooi de middag om naar huis te reizen zonder gedoe met de avondspits. Want dan mag de fiets niet in de trein. Dat is weer makkelijker bedacht dan uitgevoerd. Na het ontbijt de boel inpakken en me reisvaardig maken. Dan afrekenen en alles op de fiets zetten. En natuurlijk afscheid nemen. Ik kom vast weer terug dit voorjaar.
Nu is het de vraag waar ik langs ga. De rechte weg, dan ben ik binnen het anderhalf uur bij het station. Dat is te snel. Dus ga ik maar omwegen zoeken. En dat lukt prima. Ik kom nog in Noorbeek, Banholt, Margraten wordt geraakt, en Cadier en Keer, dan nog Bemelen en dan nog naar Gronsveld bij de molen, en dan kan het niet anders. Naar het station. Zo komt er weer een eind aan enkele dagen in mijn favoriete wereldje rondrijden. En dat met een nieuwe fiets, waar dat prima mee kan. Want dat was de bedoeling van deze dagen: beleven hoe een fiets met Rohloffnaaf en tandriem in de heuvels zich gedraagt. Prima dus.

woensdag 18 maart 2015

17 maart 2015 Tochtje van Beilen naar Zuidhorn via knooppunten.

Dat gaat zo : 48-1-15-5-3-34-41-29-30-14-61-63-78-88-86-65-70-71-74-51-79-77-14-81-82-21-46-30-36-39-48
en naar 43 om bij het station te komen.


Vandaag is het een schone dag, wat het weer betreft. En voor de rest ook. De zon schijnt en de lucht is blauw, er is weinig wind en ook nog eens uit de goede richting om voor de wind te gaan.
Dus neem ik de trein naar Beilen en ga vandaar op pad. Het doel is Zuidhorn, want mijn zus is jarig. En daar ga ik even langs.
De lol van deze tocht is, dat het begint bij kp 48 in Beilen en de knooppunten eindigen in Zuidhorn met kp 48. Dan moet ik nog enkele bochten nemen om op de plaats van bestemming te komen, maar dat maakt dan niet uit.  48- 48 , dus gelijk spel.

Vanuit het station Beilen eerst naar rechts. Goed opletten, want ik rijd de eerste aanwijzing mooi voorbij en moet weer terug. Er staat wel degelijk een paaltje met nummers. Dan naar links en het dorp door. Het valt me op dat Beilen een dorp is met veel nieuwbouw.  En een mooie oude kerk te midden van nieuwbouw voor oude mensen. Allemaal seniorenwoningen en een verzorgingshuis. Verderop nog wat gewone bebouwing.

Zoals ik fiets, zie ik niet veel van het dorp. Ik ben er zo weer uit. Even na de spoorwegovergang is een picknicktafel. Het is de hoogste tijd voor koffie en iets te kauwen. Dus pauze terwijl ik nog niet echt gefietst heb. Maar een goede voorbereiding is ook wat waard.
Het gaat door een gebied met bouwland en mooie oude boerderijen.
Maar niet steeds afstappen voor een foto. Dan duurt de reis veel te lang. Het gaat verder door bos en over de snelweg naar Laaghalerveen. Of en toe even zoeken. Niet alle bordjes zijn goed te vinden. Vaak wordt er verwezen naar de Boom en Beekdalroute. De tocht wordt nu meer een natuurtocht dan een boerenlandroute. Langs hei en door bos zie ik in de verte de gebouwen van het TT circuit.
De zon schijnt en de wind heb ik achter. Zo gaat het best makkelijk. En ben ik al vrij snel in Bovensmilde. Hier heb je de beroemde Smilder Hoofdvaart. Ooit was dit de belangrijkste weg om van Zwolle naar Groningen te komen. Nu is het op deze dag en op dit uur een rustige weg, die ik bij de brug makkelijk kan oversteken. Zo rijd ik naar kp 61. Hier betreed ik het Fochteloër Veen.


Het is een ander deel van het natuurgebied, dan waar ik een vorige keer doorfietste. Hier is veel open water: het is het gebied van de kraanvogels, die er in dit jaargetijde nog niet zijn. Als ik de situatie vergelijk met de kaart, dan is of de kaart fout of de fietsroute loopt anders. Ik denk het laatste, het pad ziet er tamelijk nieuw uit.
Bij een uitkijktoren met picknicktafels is de volgende pauzeplaats. Nu is het tijd de salade en de boterhammen. De zon schijnt nog steeds, maar de wind is wel fris. Het houdt erom of ik dit aangenaam of te doen zal vinden.
Dan weer verder. Er zijn andere fietsers en enkele wandelaars. Ook een man met hoge laarzen, die watermonsters neemt, een natuuronderzoeker blijkbaar.
Bij kp 63 ben ik weer in de gewone wereld. Dit is het gebied van de gevangenissen van Veenhuizen. Door de bordjes die ik volg, kom ik eens helemaal door deze streek heen. Eerst de gevangenis van Norgerhaven. Dan komt het echte dorp Veenhuizen met twee kerken

en een vrachtje huizen in kleine en grote maten. Dat hangt af van je rang in de bewaking hoe groot je huis zal zijn. De grotere huizen hebben ook namen: Een van Zin, Steunt Elkander, of zoiets. Als je denkt dat je er weer uit bent, komt er nog een verzameling huizen en gevangenissen. Het is een hele mooie wereld, stil en vredig. Dat je toch zo dom bent geweest om in zo'n mooie omgeving opgesloten te worden. Had toch even beter nagedacht, zou ik zeggen.
Het zijn niet alleen maar cellen. Er is ook een museum in een oud gevangenisdeel.

Ik ga verder en verlaat deze wereld om weer in het gewone land te komen. Het volgende dorp is Een. Waarom heet dit zo. Er bestaat in de buurt geen Twee of Drie.( ligt bij Ermelo, beetje uit de buurt).
Langs Steenbergen en Roderesch kom ik onder Roden door en Nieuw Roden in de buurt van Leek. Het gaat opeens van de verharde weg af een zandweg in. Maar al gauw wordt dat ook weer een verhard fietspad. Op de kaart het het Nietap, maar dan ben ik in een nogal stads aandoende omgeving: de entree van het dorp Leek. Ik weet nog hoe het er vroeger uitzag. Daar herken ik dus niets meer van. Het gaat in het dorp meteen naar rechts en even verder links om over het terrein van landgoed Nienoord te komen.
Het gebouw is nog altijd okergeel. Dat hoort bij dat gebouw. En het Nationaal Rijtuigmuseum is er ook nog steeds. Wat anders en mooier is geworden, is de inrichting van het gebied. Je betreedt echt een landgoed, hoewel het gewoon een doorgaande fietsweg is. Blijkbaar weten de Leekse mensen het te waarderen, want er wordt uitgebreid gewandeld en je hondje uitgelaten.

Het pad gaat verder naar de kerk van Midwolde. De heren van Nienoord gingen daar ter kerke en hadden vanuit huis een directe verbindingsweg met de kerk. Nu is het een mooi fietspad dat eindigt bij de kerk en het dorpje.
Dan komt het laatste deel van de tocht. Het gaat even langs de snelweg en dan er onder door. Het besloten landschap van Drenthe verandert in het weidse polderland van dit deel van Groningen. Nu nog even stevig doortrappen om langs de Bijmaheerd en Briltil in Zuidhorn te geraken. Hier is ook kp 48. Omdat ik nog even in het dorp bij de winkels iets wil kopen, volg ik de bordjes naar 43 en dan naar het centrum. Zuidhorn heeft ook een nieuw en uitgebreid centrum. En dan nog even de weg terug en ik ben op de plaats van bestemming. 
De terugreis gaat 's avonds met de trein.
Het bleef de hele dag zonnig met een lekker temperatuurtje voor half maart.

Als je de tocht ook wilt maken, kijk dan eerst hoe de windrichting is. Ik had oostenwind, met zuidenwind en zuidoostenwind wil het ook best. In omgekeerde richting wil het met noordenwind en noordwestenwind. Bij andere windrichtingen zul je stevig moeten trappen. Het was ongeveer 70 km, met heen en weer fietsen in Zuidhorn had ik 73 km op de teller.