donderdag 28 juli 2016

Weekend Amstel Gold Race 16 april 2016 

Elk jaar in de lente ga ik een keer een aantal dagen fietsen in Zuid-Limburg. Ik logeer dan in het Wandelhotel In 't groene dal in Epen.
Dit jaar was het er nog niet van gekomen. Steeds is er wat of het weer wil niet meewerken.
En toch wil ik er dit jaar persé heen. Want ik wil trainen in het klimmen met bagage op mijn fiets.
En het lijkt me leuk om de sfeer rond de AmstelGoldRace eens mee te maken.
Dus toch maar een kamer gereserveerd.
Ik vertrek op de zaterdag ervoor. Dat heeft met de bezetting van de hotelkamers te maken.
Het is nou niet direct van dat prachtige weer. In tegendeel. Het is eigenlijk snertweer. Maar afspraak is afspraak. En het weer zou best goed zijn. Wie weet.
In de trein naar Maastricht of Sittard. Dat hangt er even vanaf. Als het regent ga ik naar de eerstgenoemde plaats. Is het weer goed, dan ga ik naar de tweede.
Even voor twaalven ben ik bij Sittard. De zon schijnt en het is droog. Dus begin ik hier met mijn tocht.
Hoewel ik het elk jaar zo doe, is het ook weer steeds anders. Nu is het koud en toch niet helemaal droog. Voor het station ga ik naar rechts en even later naar links om zo de knooppunten te kunnen gaan volgen.
Als ik de rondweg half rond ben gereden, ga ik naar rechts. En meteen begint het klimmen. Dit is eigenlijk een weg met kruiswegstaties en leidt naar een kapel. Je mag er niet inrijden. Maar de fietsroute gaat er wel heen. De weg wordt versperd door een dubbel dranghek, waar je net met je fiets tussen door kunt. Dus even wringen en ik ben er door.
Eigenlijk zou het een heel devote weg moeten zijn, maar de mensen, die er lopen, laten allemaal hun hondje uit. Gestaag klim ik omhoog. Op het hoogste punt ga ik naar rechts. Daar is het begin van ee sjieke woonwijk. Later is dat weer over. Ik volg de bordjes met de nummers en verlaat de stad.
Hoge nood noopt me een veilige plaats te zoeken om de nood te lenigen. Dat is niet een groot probleem. Alleen zaak om op tijd klaar te zijn, voor er weer mensen aankomen.

Al bergje op en bergje af ( gelukkig wel) kom ik in Windraak. Hoe bedenk je zo'n naam. Het ligt hoog en de wind is dus zeker raak. Ook vandaag. Dan is het tijd voor de lunch. Die nuttig ik op een bankje in de buurt van deze plaats. Ik zie een parkeerplaats en bankjes. Hoewel ik hier elke keer langskom, valt deze plek me nu pas op. Ik haal de etenswaren tevoorschijn. Dan realiseer ik me, dat ik thuis geen brood voor onderweg heb gesmeerd. Ik wilde tomaatjes uit de koelkast halen en in mijn broodtrommel doen. Maar de tomaten waren er niet en zo heb ik de broodtrommel vergeten en geen broodjes gesmeerd. De sneetjes liggen nog in de kast.
Gelukkig heb ik meer brood bij me en de picknick begint. Eerst koffie en een croissant. Ja, dat hoort er bij. Ik neem eten van thuis mee en koop onderweg van alles, zodat ik het meegebrachte voer laat zitten. Zo kom ik nooit tekort.
Na de maaltijd weer verder en dan kom ik langs de plek, waar ik meestal lunch. Dat blijkt aan de andere kant van het bos te zijn, dan waar ik nu heb gezeten.
Trappen maar; kleding uitdoen, het is veel te warm. Een eind verder weer aandoen, want na wat regen is het opeens veel kouder. En zo gaat het maar door.
Ik vraag me af wanneer ik de mensen van de toerversie van de race van morgen tegenkom. Nou, dat duurt nog even. Maar ze zijn er. Een paar keer moet ik wachten met oversteken om ze voor te laten gaan en een paar keer rijd ik enkele honderden meters met ze mee. Niet echt indrukwekkend. Ze zijn moe en afgemat. want wie ik hier tegenkom, zijn de mensen die de route van 240 km doen en ze zijn met de laatste 50 km bezig, denk ik.
Via Voerendaal, Winthagen en Colmont rijd ik uiteindelijk naar Gulpen en vandaar naar Epen.
Voorbij Voerendaal, op weg naar Winthagen, schuil ik onder het viaduct. Het is koud en het regent nu flink. In de regen komen er groepen mensen aanlopen. na het viaduct stoppen ze, overleggen wat en gooien dan met een harde bal over de straat: een spelletje klootschieten. Er volgen wel drie groepen. Misschien komen er nog meer, maar het is weer droog en ik ga verder. Eerst langs de klootschieters en hun ballen, die af en toe in de sloot terecht komen en dan onhandige klauterpartijen opleveren door wel een beetje erg netjes geklede dames.
Dus kom ik uiteindelijk in Epen bij het vertrouwde hotel.
Eerst inchecken en dan op etensjacht. Dat heb ik al een beetje voorbewerkt. In Mechelen ga ik naar een Italiaan. Ik heb niet gereserveerd en ze doen een beetje moeilijk. Als ik zeg om zeven uur weer weg te zijn, krijg ik een tafel aangewezen. Vlot bestellen en dooreten. Ik heb er geen bezwaar tegen. Het smaakt prima, maar de hoeveelheid pasta is aan de krappe kant. Ik laat ze dat ook weten. Zowel aan de dame die bedient, als aan de kok, die komt vragen of het smaakt. Ik sta snel weer buiten en merk dat mijn maag nog niet tevreden is. Dan maar een stuk appeltaart in het hotel. Dat hebben ze vast wel. Ze weten dat ik dat lekker vind. Dus ga ik ervan uit dat ze hebt hebben gebakken.
Daarin heb ik me niet vergist. Een lekker groot stuk is mijn deel na douche en verkleden.
De eerste dag van de vijf fietsdagen is geweest.

17 april 2016
De eerste nacht in een ander bed is altijd weer wennen. Ik ben al vroeg wakker. Dat is niet echt een ramp, want het ontbijt begint om half negen. Zo kan ik rustig opstaan en alvast bedenken hoe ik deze dag zal inrichten.
Bij het ontbijt is het een volle gezellige boel. Er zijn veel gasten en met mijn buren ontstaat er een gesprek over fietsen en soorten fietsen. Het ontbijten wordt zo een prettig tijdverdrijf tijdens het kauwen.
Zoals altijd is er weer meer te eten dan een mens op kan. Dus heerlijk vol en met een gevulde thermosfles warm water voor de koffie ga ik weer naar mijn kamer.  Nu de fietskleren aan. Lekker warm aankleden, want het is koud vandaag. Veel wind en vaak een bui. Het eerste klopt, maar achteraf is de bui niet bij mij geweest. Wel bij de renners. Zij worden enkele keren goed nat.
Nu heb ik thuis iets geprint. Het zijn de doorkomsttijden van de hele wedstrijd. Ik kan dus precies zien, waar ik moet zijn om het peloton te zien.

De eerste plek is Wijlre.
Hier komen ze van boven en stuiven naar Valkenburg. Als ik via Partij aankom, staan er al heel wat mensen te wachten. Ik parkeer mijn fiets en met het fototoestel in de aanslag wacht ik de zaken, die komen, af.
Het duurt niet lang of de eerste motoren van de politie komen aanrijden. Dan volgt een wagen, die verkeerd geparkeerde auto's kan weghalen. Gevolgd door een sobere reclamekaravaan. Het zijn maar drie auto's.
Dan een poosje niets en weer een stel agenten op motoren. Zo gaat het even door. Dan rijden er een aantal personenauto's voorbij met fietsen op het dak. De reserverijwielen voor de renners. Elke ploeg zijn eigen auto. En dan weer een poosje wachten.
Een kwartier eerder dan het schema aangeeft, komt een kopgroep van elf renners naar beneden gezeild en vliegen door de bocht. Het gaat zo snel, dat je geen mens kunt herkennen. Alleen het sfeertje maakt het leuk. En natuurlijk de verbazing over de snelheid.
Vervolgens komen er weer wat auto's en dan volgt het peloton. Die komen wel keurig op tijd voorbij. Zij rijden iets langzamer door de bocht richting Schoonbron. Maar nu zijn het teveel renners tegelijk om een bekend gezicht te ontdekken.
Wel maak ik een hele reeks foto's. Het toestel heb ik op herhaald fotograferen gezet. Ik hoef alleen de ontspanknop ingedrukt te houden en het toestel maakt aan de lopende band foto's tot ik mijn vinger er weer vanaf doe. Deze functie had ik nog nooit gebruikt, maar bewijst nu zijn nut. De meeste foto's zijn ook nog scherp.
Tot slot van de optocht nog wat politie en de rij wordt gesloten door twee ambulances en een wagen met twee bezems opzij, de bezemwagen, als teken dat het de laatste is. En dat is het dan.
Dat gebeurt allemaal tussen elf uur en half twaalf.

De volgende doorkomst is voor het Wandelhotel in Epen.
Dus rijd ik via Stokhem en Mechelen weer terug naar het hotel. Omdat het ondertussen al etenstijd is, ga ik achter het huis zitten op een bankje. Hier staan tafels en stoelen en bankjes voor de gasten.
Mijn eten komt uit de fietstas en ik ga broodjes smeren. Bij de Plus in Gulpen heb ik nog wat lekkere bolletjes gehaald.
Het duurt niet lang, al na een sneetje, of de meute komt er weer aan. Ze komen eerst uit het dorp en rollen naar beneden op weg naar Camerig en Vaals. Ze zijn nu iets meer op tijd van het schema.
De volgorde is nog hetzelfde en in een vloek en een zucht is het voorbij.
Ik ga weer terug naar mijn broodjes. Want over drie kwartier zijn ze terug, nu van de andere kant.
Als ik klaar ben met eten en alles weer heb ingepakt, ga ik voor het hotel zitten. De eigenaresse komt er nu ook bij. We wachten op de doorkomst. Omdat ze nu van beneden naar boven moeten trappen, gaat het iets langzamer. Dat geeft meer tijd op te kijken en foto's te maken. Maar het gaat toch wel erg snel. Dat je zo snel omhoog kunt fietsen. Om twee uur is het feest weer over.

Dan is het zaak om in Slenaken te komen. Daar zijn ze even naar drie uur. Hiervoor moet er goed geklommen worden. Eerst omhoog naar Epen en dan de Julianastraat omhoog naar de Gerardushoeve en nog verder omhoog. Via Eperheide kom ik op een vlak stuk en dan gaat het later de Loorberg af naar Slenaken. Die afdaling is een hele maffe ervaring. Er zijn best veel auto's en de brede fietsstrook is helemaal geblokkeerd door dranghekken met spandoekreclames. Dan dus maar net als de wielrenners over de weg samen met het andere verkeer. Na de afdaling door de bocht Slenaken in. In de volgende bocht stop ik. Dan kan ik ze aan zien komen. Er komt een echtpaar bij staan, die daar in een hotel verblijft. Ze hebben gehoord, dat je eigenlijk iets hoger moet staan om het mooi te kunnen zien. Bij een van de huizen, die echt ver boven de weg staan, zit een oude heer. We mogen bij hem komen. Het echtpaar neemt een stoel, maar ik blijf liever staan. En dan begint weer het wachten op de stoet. Nu kun je horen, dat ze in aantocht zijn. Ik de lucht is de helikopter, van waaruit de beelden worden gemaakt voor de tv-uitzending. Even nadat we die horen en zien, komen de eersten er al aan. Het zijn er nu minder dan de vorige keren. En er rijden meer agenten tussen de verschillende groepen renners. Tot slot weer het hele peloton. De straat is opeens gevuld met een bonte kleurenzee van fietsshirtjes.
Er volgen nog enkele laatkomers en dan de slotwagens. Dat is het dan.
Ondertussen is de lucht nogal donker geworden. Er zou een stevige regenbui kunnen komen. Maar waar ik ben, blijft het droog. '

Nu even met mezelf en de landkaart overleggen hoe en wat nu verder. Want ik zou nog naar de doorkomst bij Sibbe kunnen gaan. Dat is wel even stevig doorfietsen. Maar ik twijfel. Eerst maar terug de Loorberg op. Over de weg waar de renners net langs zijn gegaan. Het is er nu heel vol met auto's en fietsers. En op de helft moeten we wachten. Er wordt een opblaasboog weggehaald, en de reclamedoeken worden verwijderd. Dan verder omhoog. Bij de zijweg naar Schweiberg besluit ik die kant op te gaan. En dan toch maar naar Sibbe. Misschien heb ik geluk. Dat betekent door Mechelen naar Gulpen en dan langs de Rijksweg naar Margraten. Hier de bordjes naar Sibbe volgen en dan richting Valkenburg. Ik kom er droog aan.
En ik heb geluk: ik blijf droog. De wielrenners worden kletsnat met regen en hagel. Ik kan het in de verte zien vallen. Tegen half vijf ben ik bij de rotonde bij Sibbe. Hier staan ook weer veel mensen en een aantal campers. Eigenlijk ben ik niet zo mooi op tijd. Want de kopgroep is er al langs en waarschijnlijk ook al over de finish, maar het peloton of onderdelen ervan komen allemaal nog voorbij. Steeds een groepje voorafgegaan door een agent op een motor. Nu wordt duidelijk waarom er zoveel motoragenten meerijden. In het begin hadden ze nog niet echt wat te doen, maar nu gaan ze vooraf elke een of paar renners die los van de grote groep fietsen. En het slot zijn weer de  ambulances en de bezemwagen.
Hier is wel de bezemwagen, maar het is in Epen.










Ja, dat was het doen. Ik ben er helemaal door opgejut. Dit is een heerlijke belevenis. Volgend jaar vast weer doen.
Ik ga terug naar Mechelen om te eten bij de Chinees. En daarna heerlijk uitrusten in het Wandelhotel.
Dat was de AmstelGoldRace. De  volgende dag ga ik mijn eigen klimdag maken.

18 april 2016

Deze nacht veel beter geslapen. Ik heb me zelfs iets verslapen. maar geen nood. mooi op tijd kom ik aan het ontbijt. Vanmorgen is het iets minder druk dan gisteren. Ik ga op een mooi plekje bij het raam zitten. Een goede plek voor een alleen reizende man.
Na de maaltijd met een thermosfles heet water ga ik naar mijn kamer om me klaar te maken voor deze fietsdag.
Gisteren was het de dag van de AmstelGoldRace. Vandaag wordt het mijn klimdag. Ik ga vandaag zoveel mogelijk klimmetjes zoeken. En het weer is mooi, dus het gaat een geweldige dag worden. 
Ik zorg ervoor, dat ik wat bagage bij me heb. Dat geeft ballast als oefening voor het fietsen met een kampeeruitrusting.
De eerste klim is naar Vaals. Dat gaat vanuit het hotel wel eerst naar beneden, maar daarna is het gestaag klimmen met vele bochten en mooie vergezichten naar Vaals. Die wielrenners deden er  dan wel drie kwartier over om heen en terug te gaan, ik ben alleen voor heen al drie kwartier bezig. Als ik in Vaals aankom, ga ik eerst naar de AH voor de dagelijkse boodschappen. Ik moet per slot van rekening wel voor mijn eigen voer zorgen. Na de AH gaat het via wat knooppunten naar Orsbach., Dat ligt in Duitsland het is vanaf Lemiers een klim van 1,5 km met een stijging van 9 en 10 %. Dat is tocht een leuke daad. Ik kom met een redelijke inspanning boven.
Dan is het even gedaan met het klimmen. Boven is boven en daar is het redelijk vlak.  Via een gammel wegje kom ik weer op een normaal pad. Nu is het eerst een tijdje redelijk vlak.
Omdat dit verhaal niet af is en nog geen foto's had, vul ik het veel later aan en kan ik het niet meer precies vertellen.

In ieder geval rijd ik zoveel als mogelijk is heuvels op en af. Zo kom ik in Valkenburg. Dit via een route die ik nog niet eerder zo had gedaan. Het is echt de dag na de wedstijd. Zelf op een terras kun je niet bestellen wat je wilt, want het is op.
Ik wil graag een vlaai bij de koffie, maar krijg gratis wat lijkt op arretjescake. Ze hebben geen voorraad meer. Toch wel aardig.


19 april.
Elke dag is eigenlijk hetzelfde. Ik fiets rond op klimmeters te maken. Zo ga ik nog eens naar Vaals via de Vaalserberg. Ik doe er bijna een uur over om er te komen. Die wielrenners waren zondag in drie kwartier heen en terug.
Maar dat geeft niet. Ik geniet van het voorjaarslandschap.Bomen die bloesem en jonge blaadjes hebben en een zon die er een zachte waas over brengt.
Na een lange dag met veel klimmen is het goed uitrusten en eten bij restaurant Buitenlust. Hier heb je zo een mooi uitzicht over Cottessen en België. Je kunt er wel dagen naar kijken.Het weer is goed genoeg om buiten te eten.

Dan rustig afdalen en later klimmen naar het Wandelhotel. 's Avonds gezellig kletsen met de dames eigenaressen van het hotel.

20 april.
De laatste dag. Ook nu ga ik weer naar Vaals, maar dan via Vijlen. Dat is iets minder heftig.
Voor Vaals is dan een kerk, wat een museum is. Het lijkt meestal niet open. De ervaring heeft geleerd, dat het restaurant er achter wel open is en je er heerlijk koffie met gebak kunt eten. Het lijkt heel goedkoop, maar uiteindelijk betaal je een normale prijs. In de tuin staan allemaal devotiebeelden.
Er zitten ook enkele andere fietsers, maar echt druk is het niet. Het is immers geen vakantietijd of weekend.
Het is de laatste dag van deze training voor de Pyreneeën tocht. Later ga ik hier nog eens oefenen, maar dan met de kampeeruitrusting erbij.
Nu terug naar Maastricht. Onderweg kom ik nog langs de mergelafgraving bij Bemelen of Gasthuis. Hier lopen klimgeiten alsof het in de bergen is.
Zo komt er weer een eind aan enkele heerlijke fietsdagen in mijn favoriete fietsstreek.