17 maart 2015 Tochtje van Beilen naar Zuidhorn via knooppunten.
Dat gaat zo : 48-1-15-5-3-34-41-29-30-14-61-63-78-88-86-65-70-71-74-51-79-77-14-81-82-21-46-30-36-39-48
en naar 43 om bij het station te komen.
Vandaag is het een schone dag, wat het weer betreft. En voor de rest ook. De zon schijnt en de lucht is blauw, er is weinig wind en ook nog eens uit de goede richting om voor de wind te gaan.
Dus neem ik de trein naar Beilen en ga vandaar op pad. Het doel is Zuidhorn, want mijn zus is jarig. En daar ga ik even langs.
De lol van deze tocht is, dat het begint bij kp 48 in Beilen en de knooppunten eindigen in Zuidhorn met kp 48. Dan moet ik nog enkele bochten nemen om op de plaats van bestemming te komen, maar dat maakt dan niet uit. 48- 48 , dus gelijk spel.
Vanuit het station Beilen eerst naar rechts. Goed opletten, want ik rijd de eerste aanwijzing mooi voorbij en moet weer terug. Er staat wel degelijk een paaltje met nummers. Dan naar links en het dorp door. Het valt me op dat Beilen een dorp is met veel nieuwbouw. En een mooie oude kerk te midden van nieuwbouw voor oude mensen. Allemaal seniorenwoningen en een verzorgingshuis. Verderop nog wat gewone bebouwing.
Zoals ik fiets, zie ik niet veel van het dorp. Ik ben er zo weer uit. Even na de spoorwegovergang is een picknicktafel. Het is de hoogste tijd voor koffie en iets te kauwen. Dus pauze terwijl ik nog niet echt gefietst heb. Maar een goede voorbereiding is ook wat waard.
Het gaat door een gebied met bouwland en mooie oude boerderijen.
Maar niet steeds afstappen voor een foto. Dan duurt de reis veel te lang. Het gaat verder door bos en over de snelweg naar Laaghalerveen. Of en toe even zoeken. Niet alle bordjes zijn goed te vinden. Vaak wordt er verwezen naar de Boom en Beekdalroute. De tocht wordt nu meer een natuurtocht dan een boerenlandroute. Langs hei en door bos zie ik in de verte de gebouwen van het TT circuit.
De zon schijnt en de wind heb ik achter. Zo gaat het best makkelijk. En ben ik al vrij snel in Bovensmilde. Hier heb je de beroemde Smilder Hoofdvaart. Ooit was dit de belangrijkste weg om van Zwolle naar Groningen te komen. Nu is het op deze dag en op dit uur een rustige weg, die ik bij de brug makkelijk kan oversteken. Zo rijd ik naar kp 61. Hier betreed ik het Fochteloƫr Veen.
Het is een ander deel van het natuurgebied, dan waar ik een vorige keer doorfietste. Hier is veel open water: het is het gebied van de kraanvogels, die er in dit jaargetijde nog niet zijn. Als ik de situatie vergelijk met de kaart, dan is of de kaart fout of de fietsroute loopt anders. Ik denk het laatste, het pad ziet er tamelijk nieuw uit.
Bij een uitkijktoren met picknicktafels is de volgende pauzeplaats. Nu is het tijd de salade en de boterhammen. De zon schijnt nog steeds, maar de wind is wel fris. Het houdt erom of ik dit aangenaam of te doen zal vinden.
Dan weer verder. Er zijn andere fietsers en enkele wandelaars. Ook een man met hoge laarzen, die watermonsters neemt, een natuuronderzoeker blijkbaar.
Bij kp 63 ben ik weer in de gewone wereld. Dit is het gebied van de gevangenissen van Veenhuizen. Door de bordjes die ik volg, kom ik eens helemaal door deze streek heen. Eerst de gevangenis van Norgerhaven. Dan komt het echte dorp Veenhuizen met twee kerken
en een vrachtje huizen in kleine en grote maten. Dat hangt af van je rang in de bewaking hoe groot je huis zal zijn. De grotere huizen hebben ook namen: Een van Zin, Steunt Elkander, of zoiets. Als je denkt dat je er weer uit bent, komt er nog een verzameling huizen en gevangenissen. Het is een hele mooie wereld, stil en vredig. Dat je toch zo dom bent geweest om in zo'n mooie omgeving opgesloten te worden. Had toch even beter nagedacht, zou ik zeggen.
Het zijn niet alleen maar cellen. Er is ook een museum in een oud gevangenisdeel.
Ik ga verder en verlaat deze wereld om weer in het gewone land te komen. Het volgende dorp is Een. Waarom heet dit zo. Er bestaat in de buurt geen Twee of Drie.( ligt bij Ermelo, beetje uit de buurt).
Langs Steenbergen en Roderesch kom ik onder Roden door en Nieuw Roden in de buurt van Leek. Het gaat opeens van de verharde weg af een zandweg in. Maar al gauw wordt dat ook weer een verhard fietspad. Op de kaart het het Nietap, maar dan ben ik in een nogal stads aandoende omgeving: de entree van het dorp Leek. Ik weet nog hoe het er vroeger uitzag. Daar herken ik dus niets meer van. Het gaat in het dorp meteen naar rechts en even verder links om over het terrein van landgoed Nienoord te komen.
Het gebouw is nog altijd okergeel. Dat hoort bij dat gebouw. En het Nationaal Rijtuigmuseum is er ook nog steeds. Wat anders en mooier is geworden, is de inrichting van het gebied. Je betreedt echt een landgoed, hoewel het gewoon een doorgaande fietsweg is. Blijkbaar weten de Leekse mensen het te waarderen, want er wordt uitgebreid gewandeld en je hondje uitgelaten.
Het pad gaat verder naar de kerk van Midwolde. De heren van Nienoord gingen daar ter kerke en hadden vanuit huis een directe verbindingsweg met de kerk. Nu is het een mooi fietspad dat eindigt bij de kerk en het dorpje.
Dan komt het laatste deel van de tocht. Het gaat even langs de snelweg en dan er onder door. Het besloten landschap van Drenthe verandert in het weidse polderland van dit deel van Groningen. Nu nog even stevig doortrappen om langs de Bijmaheerd en Briltil in Zuidhorn te geraken. Hier is ook kp 48. Omdat ik nog even in het dorp bij de winkels iets wil kopen, volg ik de bordjes naar 43 en dan naar het centrum. Zuidhorn heeft ook een nieuw en uitgebreid centrum. En dan nog even de weg terug en ik ben op de plaats van bestemming.
De terugreis gaat 's avonds met de trein.
Het bleef de hele dag zonnig met een lekker temperatuurtje voor half maart.
Als je de tocht ook wilt maken, kijk dan eerst hoe de windrichting is. Ik
had oostenwind, met zuidenwind en zuidoostenwind wil het ook best. In
omgekeerde richting wil het met noordenwind en noordwestenwind. Bij
andere windrichtingen zul je stevig moeten trappen. Het was ongeveer 70 km, met heen en weer fietsen in Zuidhorn had ik 73 km op de teller.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten