maandag 22 september 2014

17 september Tocht van Zwolle via Kampen en Elburg naar Ermelo.

Vanaf station Zwolle naar kn 17,16,02,03,42,41,13,14,16,34,33,13,41,40,26,03,02,35,29,10,11,50,77,78

Het lijkt vandaag een geweldige dag te worden, als ik naar de lucht kijk. Strakblauw, weinig wind en een heerlijke temperatuur. Hoogzomer in september.
Wat kan een fietsfanaat als ik op zo'n dag anders doen dan fietsen. Maar ja, niet steeds weer het zelfde rondje.
Wat zijn de opties. Er komen kaarten op tafel. Met de trein naar Amersfoort en terugrijden. Ach, dat is door de Gelderse Vallei. Dat is niet echt interessant. Met de trein naar Arnhem. Dat kost veel reistijd. Ook niet goed. Met de auto is ook niet prettig.
Dan weet ik het : ik ga met de trein naar Zwolle en dan weer terug langs het randmeer. Dat ga ik doen.

Als ik in  Zwolle ben aangekomen en nog net bedacht heb om uit te checken ga ik naar de AH to go met het idee: het is fietsdag , dus koop ik een pain au chocolat en nu geen croissant, want die heb ik thuis al gehad. Een rozijnenbroodje met amandelspijs is een goede vervanging. Omdat ik dat in Frankrijk ook niet doe, eet ik het pas later op. Dus in de fietstas ermee.

Dan op pad, kp 17 als eerste richting. Ik kom op een fietssnelweg. Die rijd ik zonder nadenken een heel eind af. Eigenlijk tot het eind. Wel heb ik in de gaten, dat het eerste deel bekend voorkomt en later niet meer.
Bovendien rijd ik tegen de zon in en dat klopt niet. Ik moet naar het zuidwesten en in de morgen ga ik nu naar het zuidoosten. Ik ben duidelijk in de verkeerde richting aan het trappen. Een meneer vraagt of ik naar Wijhe ga. Nee, dat is niet de bedoeling, ik ga de verkeerde kant op. Omdraaien en terugrijden tot waar de bordjes weer staan. En ja , dan naar rechts, kp 17 en Lf3. Dat is beter werk. Al snel ben ik bij de IJssel. Hier ga ik naar het noordwesten, rechtsaf. Want ik ga eerst naar Kampen. Een tocht over de dijk langs de rivier. In de uiterwaard zijn ze bezig de rivier meer stroomruimte te geven. De grote op en ruimte aan de riveirkant en de beslotenheid van het land achter de dijk is een mooi contrast.
Er wordt flink gefietst. Het is ook prachtig weer. Langs het Engels Werk, over de sluis in het Willemskanaal, en zo verder. Ondertussen zoek ik een bankje voor een kop meegebrachte koffie en mijn broodjes. Eerst zijn de bankjes bezet, dan staan ze op een plek die ik te druk vind en dan zijn er geen bankjes meer. Dat is pech. Ben ik weer veel te kritisch. Pas na twaalven bij Wilsum is er een bankje vrij. Dan maar meteen stoppen en genieten van het eten en het uitzicht over het boerenland. Hier geen rivier te zien. Die ligt ergens ver achter de bomen en struiken.
Op is op en ik ga verder. Ondertussen zijn me verscheidene fietsers voorbij gereden. Sommigen groeten, anderen kijken alleen maar of rijden gewoon voorbij. Dat is in Frankrijk wel anders. Daar groeten alle mensen, die je voorbij komen. Maar ja, in ons land zijn er wel veel meer pedaleurs. Je hebt dagwerk als je ze allemaal wilt groeten.
 
Na Wilsum kom ik weer dichtbij de rivier. Dan komt Kampen in zicht. De stad met de kerken rechts en links van de stad. Het silhouet  van  de stad aan de rivier is een imponerend gezicht. Helemaal met de bijzondere brug.
Vlak bij de stad op de dijk passeer ik groepjes jongelui. Duidelijk scholieren of studenten die introductieactiviteiten uitvoeren. Het leuke van aan deze kant Kampen naderen, is dat je wel de stad ziet, maar er niet inkomt. Nog niet. Pas bij de brug en het station ben je echt in de stad. Hier ga ik rechtdoor. De stad laat ik links liggen. Dat is voor later. Nu over de dijk doorgaan. Ik twijfel wat over de routebordjes. Achteraf klopt het wel. Maar het is niet duidelijk. Vooral naar 14 is wat vaag. Maar het komt goed.

Hier rijd ik het Kampereiland binnen.
Dat gaat eerst langs een rivier met riet en woonboten. Later zijn er weekendhuizen langs. Het Kampereiland is een speciaal gebied. Allemaal nieuwe boerderijen. Het doet denken aan de Noordoostpolder. Met dit verschil: de wegen kronkelen door het landschap. Er staat wel een museumboerderij met een watermolen. Dit model boerderij stond hier dus vroeger. Oorspronkelijk watern het stadsboerderijen. In de jaren vijftig is het land opnieuw ingedeeld en zijn de meeste oude boerderijen verdwenen. Ik volg de kronkelige wegen. Soms met de zon voor, dan opzij en de wind, die is er ook bij gekomen.
Aan alles komt een eind. Dus keer ik bij kp 34 om en ga weer terug. Terug naar de dijk. Hier komt een rare gezichtsbegooch





eling.  Er is een brug over de IJssel. Maar die is eerst voor me, dan opzij en dan achter me. Terwijl ik er niet over moet.  Langs de rivier rijd ik nu naar het zuidoosten. De schepen schuiven door het water, en de uiterwaarden zijn nog steeds groen en vol bloeiende bloemen.
Zo kom ik weer in Kampen. Nu wel de brug over en links langs de kade. Dat stopt opeens. Ik verlaat de rivier en ga langs de rand van de stad. Onder de Hanzelijn door en dan de vlakke polder weer in. Het volgende plaatsje is Noordeinde. Hier rijd je een rechthoek over een sluis. Je kijkt dan naar het randmeer. Een bijzondere plek midden in de natuur, ver weg van al het verkeer. Alleen ben je er niet. Het is een aantrekkelijke plek voor heel wat fietsers en mensen met een bootje.

Het vervolg van de rit is steeds over de dijk met aan de ene kant zicht op de gras- en rietlanden, die het randmeer omzomen. Aan de andere kant vele sloten in rechte stroken met hier en daar een boerderij.
In de verte doemt Elburg op. Dat herken je aan de stompe toren van de kerk.
Als de knooppunten me om en door de stad willen voeren, ga ik rechtsaf door het industrieterrein om zo dicht mogelijk bij de haven te komen en er omheen te rijden. Dan kan ik het stadscentrum omzeilen. Hier is fietsen lastig vanwege de vele mensen en de hobbelige bestrating.
Ik doe dit omdat ik door de Flevopolder verder wil gaan. Dan blijf ik over de dijk rijden. Onderweg rust ik nog een poosje uit aan een zandstrandje. Er zijn af en toe vlagen met vliegen. Daar bots ik tegenaan op de grens van zon en schaduw. Ik blijf de dijk volgen tot de sluizen bij Harderwijk. Dan via de Knardijk en de rand van Harderwijk naar de Leuvenumse Weg richting Ermelo. Het fietspad gaat met een hele hoge brug over de weg. Omhoog is voor veel mensen lastig. Ik zie mensen ophoog lopen en een stel oude mensen zwoegt omhoog, terwijl ze de hele wegbreedte in beslag nemen.
Met een flinke vaart zoef ik naar beneden, waar iemand rechtsaf wil, maar die de bocht met een zwaai naar links neemt. Ik moet stevig in de remmen en roep: pardon. Bijna een botsing, omdat iemand stuurt alsof er een grote aanhangwagen achter zijn fiets zit.
Ik rijd nog iets verder en bij de Koesteeg steek ik over. Dan nog een kwartier of zo en ik ben weer thuis. Er staat 93 km op de teller. Een heerlijke dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten