dinsdag 9 december 2014

9 december 2014  Een koude Veluwse tocht.

Vandaag ben ik maar weer eens op de fiets gestapt. Op een nieuwe, dus het is testen en uitproberen.
Met de auto vertrekken we, want ik laat me brengen, naar Apeldoorn. Hier zal ik iets afleveren bij vrienden.
Het vertrek is heerlijk: een felle zon en een zeer blauwe lucht. Werkelijk heerlijk fietsweer ondanks de vorst. Want het is net onder nul. Geen wind, dus eigenlijk is het fietsen in heerlijkheid.
We rijden weg over de Drieërweg. Maar o wee. Als we het bos van Drie naderen is het nevelig in de lucht en de zon is wat versluierd. Ach, dat geeft niet, gaat wel weer over.
We rijden door Speuld, over de nieuwe drempel met tien meter ervoor en erna een 30 km - zone. Waar het op slaat is mij een raadsel. Grapje van de gemeente Ermelo.
Dan zijn we bij de rotonde om richting Apeldoorn te gaan.  O schrik, wat is dat . Weg zon, dichte mist. Dat is jammer als je een leuke fietstocht wilt maken in de zon. Toch doet hoop leven en we crossen in onze gele auto verder. Steeds rijd ik te hard. De mist wordt dichter. Je kunt niet ver meer zien, misschien 200 meter. Op de volgende rotonde gaan we links. Hier beklimmen we de Veluwe, want Apeldoorn ligt achter de bergen. Eerst klimmen en dan dalen en zo komen we er. In Apeldoorn is het niet mistig maar nevelig.
We leveren ons vrachtje af en mijn chauffeuse vertrekt naar haar eigen doel.
Ik ga eerst naar de fietsenmaker voor allerlei vragen betreffende mijn nieuwe fiets.
Vorige week heb ik gezien hoe laat ze lunchen, dus ga ik dat ook eerst doen. Bij een bankje bij het paleis. Ik ga er niet zitten, dat is te fris. Ondertussen dat ik heen en weer benend mijn boterhammen verorber met koude handen, lees is de informatie op de borden. Het ene bord vertelt over de stichting van het paleis en het andere geeft een fietsroute aan. De Oranjeroute, dat kan natuurlijk niet anders, als je bij het paleis van een Oranje-prins start.
Dit geeft mij het plan om een deel te volgen, zodat ik weer in de richting van Ermelo geraak.
De tocht gaat eerst door de stad, dwars door het centrum. Omdat ik denk, dat het via het station gaat, vergeet ik een bordje op te merken. Ik moet een eind terug, nou je, een eindje. De Asselsestraat dient gevolgd te worden. Door de winkelstraat, de woonstraat, de bosstraat. En dan ben ik bij het spoor van Amersfoort-Deventer. Die Asselsestraat is echt een lange.
Dit spoor oversteken en dan links aanhouden naar kp 42.
Het rijdt heerlijk ondanks de mist. Alleen mijn vingertoppen en tenen hebben last van de frisheid. Af en toe even stoppen, appel eten, krentenbol wegwerken en wat koud water. Via Hoog Buurlo kom ik bij Halte Assel. Onderweg passeer ik de A1, maar de mist verbiedt me er iets van te zien. Alleen de oren vertellen me dat er een snelweg is. Ook hoor ik de klok kleppen van de kapel op de natuurbegraafplaats. Leven en sterven gaan altijd door, bedenk ik me.
Zo kom ik bij Halte Assel. Het restaurantje is open, maar ik ga verder. Flink doortrappen om niet te koud te worden. Aan het eind van de weg ga ik links om via het Caitwiekerzand naar Garderen te rijden. Het is een bekende route. In het wegdek zitten lelijke kuiltjes, die goed te zien zijn deze keer door het water dat erin staat.
Als ik Garderen doorrijd, bedenk ik me dat ik vanmorgen een boodschap heb vergeten. En daar is de Coop goed voor. Ik haal de appelstroop daar en ook maar hazelnootpasta, want die is ook bijna op.
Een bijkomend voordeel is, dat ik even binnen ben en iets opwarm. Want het is toch wel lelijk koud.
Dan het laatste deel. Als ik de weg op wil fietsen, stopt er net een iets te grote personenauto midden op de linker weghelft. Ik kan er niet langs. Er stapt een telefonerend manspersoon uit, die een brief in de brievenbus deponeert. Dat kan maar zo, midden op de straat. Rechts passeert een andere auto. Als de man weer is ingestapt, al telefonerend en is weggereden, kan ik mijn weg vervolgen.
Al snel linksaf en dan door het bos naar Drie. De gemeentemannen hebben het fietspad van bladeren ontdaan en andere boswerkers hebben een aantal bomen omlaag gehaald door er stukken van af te zagen en op de bosbodem te leggen. Zo zullen ze eens verteren. De rare kale boomstammen staan er nog. Leuk voor spechten bijvoorbeeld.
Dan van Drie naar beneden, naar huis. En dat wordt tijd. Het is langzamerhand zo koud, dat het niet leuk meer is. Thuis wacht in ieder geval een warme kamer. Voordat ik echt naar binnen ga, verander ik nog iets aan mijn fiets. Dan kan ik dat morgen weer testen. Want morgen zal het beter zijn, zeggen ze.
Het was een lekkere tocht, maar wel wat koud.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten